EU-Hof in 2011: drukker maar moderner

Contentverzamelaar

EU-Hof in 2011: drukker maar moderner

Het afgelopen jaar was een druk jaar voor het EU-Hof. Een jaar waarin ten behoeve van de burgers belangrijke ICT-vernieuwingen werden doorgevoerd. Bij het Hof steeg het aantal aanhangig gemaakte zaken naar 688 zaken (631 in 2010). Het aantal afgedane zaken steeg ook maar er komen netto meer zaken bij. Nederland werd twee keer veroordeeld en behoort daarmee tot de braafste lidstaten. Het duurde gemiddeld 16,4 maanden om antwoord te geven op een prejudiciële vraag van een nationale rechter, een lichte stijging ten opzichte van 2010. Bijzondere spoedprocedures bleven een uitzondering (slechts twee ) en zij werden in 2,5 maanden afgedaan. Dat blijkt uit het jaarverslag van het EU-Hof over 2011. Wat verder opvalt, is dat het aantal procedures over staatssteun fors toeneemt.

In zijn voorwoord waarschuwt president van het EU-Hof Skouris dat de toename van het aantal geschillen enige waakzaamheid gebiedt van de zijde van zowel het Hof van Justitie van de Europese Unie als de wetgevende autoriteiten van de Unie om de doeltreffendheid van het gerechtelijk stelsel van de Unie niet in gevaar te brengen en de Europese burgers optimaal te kunnen blijven bedienen.

2011 stond ook in het teken van drie grote informaticaprojecten waarmee het Hof een moderniseringsslag wil maken en ‘dichter bij de burger” wil komen te staan. Met de openstelling van het systeem e-Curia – waarmee processtukken langs elektronische weg kunnen worden neergelegd en betekend –, de lancering van een nieuwe zoekmachine voor de rechtspraak en het online plaatsen van de catalogus van de bibliotheek van het Hof, heeft het Hof volgens president Skouris een stap gezet in de richting van een toegankelijker en transparanter Hof van Justitie. Ook heeft het Hof in 2011 heeft het Hof van Justitie de EU-wetgever voorstellen gestuurd voor een ontwerp van wijzigingen van zijn statuut en een voorstel tot herziening en actualisering van zijn Reglement voor de procesvoering voorgelegd.

In het document getiteld ‘de werkzaamheden van het Hof van Justitie’ geeft het Hof een overzicht van de belangrijkste arresten van 201 per beleidsterrein. Voor de abonnees van de ECER-nieuwsbrief is dit deel van het verslag een feest van herkenning. Ook het Gerecht heeft een verslag gemaakt.

In de statistieken van het Hof en Gerecht vallen de volgende zaken op:

  • Stijging van het aantal prejudiciële verwijzingen (vragen van rechters van de lidstaten). Het aantal directe zaken (beroepen tegen besluiten van de EU-instellingen) nam echter flink af.
  • Bij het Gerecht was het volgens president Marc Jaeger druk. Een stijging van zaken 15 % ten opzichte van 2010 (636 aanhangig gemaakte zaken). Daar staat tegenover een spectaculaire stijging van het aantal afgedane zaken (+ 35 %). Het Gerecht heeft hiermee bijna een surplus bereikt (meer eruit dan erin). Toch heeft het Hof de EU-wetgever verzocht 12 nieuwe rechters aan te stellen voor het Gerecht, om de achterstanden het hoofd te bieden.
  • De meeste arresten van het Hof gaan, zoals vele jaren, over fiscale bepalingen, op de voet gevolgd door staatssteunzaken en intellectuele eigendom.
  • Tegen Nederland werden 4 nieuwe inbreukzaken aanhangig gemaakt. Daarmee zet een dalende trend door. Dit geldt voor inbreukprocedures in het algemeen. In totaal maakte de Europese Commissie nog maar 81 directe zaken aanhangig (136 in 2010). Nederland kreeg twee veroordelingen wegens niet nakoming, evenveel als in 2010.
  • Nederlandse rechters stuurden 22 vragen richting Luxemburg. Dit aantal daalde licht ten opzichte van 2010 (24). Ook de laatste toegetreden lidstaten laten zich niet onbetuigd. Het aantal vragen van Bulgaarse rechters steeg van 9 in 2010 naar 22 in 2011.