EU-Hof: lidstaten mogen 21-jaar grens stellen voor aanvraag gezinshereniging van echtgenoten

Contentverzamelaar

EU-Hof: lidstaten mogen 21-jaar grens stellen voor aanvraag gezinshereniging van echtgenoten

De richtlijn gezinshereniging laat toe dat verzoeken van echtgenoten die onderdaan zijn van een derde staat, mogen worden afgewezen als zij de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt. Dat heeft het EU-Hof bepaald in een Oostenrijkse zaak.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 17 juli 2014 in de zaak C-338/13, Marjan Noorzia tegen Bundesministerin für Inneres

Volgens de Oostenrijkse wetgeving moeten op het moment van het verzoek om gezinshereniging beide echtgenoten de leeftijd van 21 hebben bereikt. Wanneer zij niet aan dit vereiste voldoen, moet de aanvraag worden afgewezen, zelfs als zij vóór de beslissing op het verzoek wel de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. De vraag is of deze aanpak in overeenstemming is met EU-richtlijn 2003/86 inzake het recht op gezinshereniging.

Volgens het EU-Hof is deze Oostenrijkse wet in overeenstemming met de richtlijn gezinshereniging. Het Hof overweegt als volgt.

Met het oog op een betere integratie en om gedwongen huwelijken te voorkomen, kunnen de lidstaten volgens artikel 4, lid 5, van richtlijn 2003/86 eisen dat de gezinshereniger en zijn echtgenote een minimumleeftijd, die niet hoger dan 21 jaar mag zijn, hebben alvorens de echtgenote zich bij de gezinshereniger kan voegen.

Die bepaling vermeldt echter niet of de echtgenoten de leeftijd van 21 jaar reeds op het tijdstip van indiening van het verzoek moeten hebben bereikt om te kunnen worden aangemerkt als gezinsleden die recht hebben op gezinshereniging.

Door dit in het midden te laten heeft de Uniewetgever de lidstaten een beoordelingsmarge willen laten voor zover geen afbreuk wordt gedaan aan de doeltreffendheid van het Unierecht.

Het gaat volgens het EU-Hof om de leeftijd waarop volgens de betrokken lidstaat een persoon wordt geacht volwassen genoeg te zijn, niet alleen om een hem opgelegd huwelijk te weigeren, maar ook om ervoor te kiezen zich uit vrije wil in een ander land te vestigen bij een echtgenoot om met deze een gezinsleven te leiden en zich te integreren.

Het EU-Hof vindt dat zo’n vereiste de uitoefening van het recht op gezinshereniging niet verhindert of overdreven moeilijk maakt.

Ook past zo’n vereiste in de doelstelling gedwongen huwelijken te voorkomen, aangezien kan worden aangenomen dat de betrokkenen, gelet op hun hogere mate van volwassenheid, er minder gemakkelijk toe kunnen worden bewogen een gedwongen huwelijk te sluiten en de gezinshereniging te aanvaarden, wanneer is vereist dat zij op het tijdstip van indiening van het verzoek reeds de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt dan wanneer zij op dat tijdstip nog geen 21 jaar zijn.

Het hanteren van de datum van indiening van een verzoek tot gezinshereniging als uitgangspunt om te beoordelen of de voorwaarde van de minimumleeftijd is vervuld, is in overeenstemming met de beginselen van gelijke behandeling en rechtszekerheid. Het criterium van het tijdstip van indiening van het verzoek waarborgt de gelijke behandeling van alle verzoekers die zich in chronologisch opzicht in dezelfde situatie bevinden, door te verzekeren dat de slaagkansen van het verzoek voornamelijk afhangen van factoren die verband houden met de verzoeker en niet met het bestuur, zoals de duur van de behandeling van het verzoek.