Inloggen
EU-Hof: Nederland mag vergunning eisen voor tewerkstelling van gedetacheerde Polen
Nieuwsbericht | 17-02-2011
Het gaat om het arrest in de zaak C-307/09, Vicoplus SC tegen de Minister van SZW van 10 februari 2010.
Bij de toetreding van Polen in 2004 is in de Toetredingakte bepaald dat er een tijdelijke uitzondering wordt gemaakt voor het vrij verkeer van werknemers. Hierdoor bleef het mogelijk voor de toenmalige lidstaten om hun nationale regels, waaronder de vergunningsplicht, toe te passen op Poolse onderdanen tot vijf jaar na de toetreding in geval van ernstige verstoringen van de arbeidsmarkt.
Drie Poolse bedrijven kregen van de Arbeidsinspectie een boete omdat ze geen tewerkstellingsvergunning hadden voor hun Poolse arbeidskrachten conform de Wet arbeid vreemdelingen. De bedrijven brachten echter naar voren dat de werknemers gedetacheerd waren in Nederland en dat hun positie daarom onder het vrij verkeer van diensten viel, en niet onder het vrij verkeer van werknemers.
Het EU-Hof erkent dat detacheren een vorm van dienstverlening kan zijn, maar het Hof heeft eerder ook bepaald dat dergelijke werkzaamheden invloed hebben op de arbeidsmarkt van de lidstaat van de ontvanger van de dienst. En het voorkomen van een verstoring van de arbeidsmarkt is nu juist het doel van deze afspraak die bij de toetreding gemaakt is. Het EU-Hof prikt door deze constructie heen. Als via detachering arbeidskrachten in Nederland tewerkgesteld zouden kunnen worden, zou dit het gevaar meebrengen dat de overgangsbepaling in de Toetredingsakte een groot deel van haar nuttige werking wordt ontnomen, aldus het EU-Hof.