EU-Hof oordeelt over de effectieve uitoefening van het recht op vrij verkeer door regenbooggezinnen

Contentverzamelaar

EU-Hof oordeelt over de effectieve uitoefening van het recht op vrij verkeer door regenbooggezinnen

Een lidstaat moet een ID-kaart of een paspoort afgeven aan een eigen onderdaan die volgens de geboorteakte van een andere lidstaat twee ouders van hetzelfde geslacht heeft. De ouders van hetzelfde geslacht moeten over een document beschikken waarin zij worden vermeld als personen die bevoegd zijn om met hun kind te mogen reizen. Een dergelijk document kan de geboorteakte uit de andere lidstaat zijn en moet door alle lidstaten worden erkend. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Bulgaarse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 14 december 2021 in de zaak C-490/20, Stolichna obshtina, rayon „Pancharevo”.

Achtergrond

Op 8 december 2019 is in Barcelona (Spanje) het kind S.D.K.A geboren. De Spaanse autoriteiten hebben een geboorteakte afgegeven waarin de Bulgaarse onderdaan V.M.A. en de Britse onderdaan K.D.K. beiden zijn vermeld als moeders van S.D.K.A. De beide moeders waren in 2018 met elkaar gehuwd. Volgens de Bulgaarse wetgeving heeft S.D.K.A. van rechtswege het Bulgaarse staatsburgerschap verkregen, aangezien V.M.A. ook Bulgaars staatsburger is.

Op 29 januari 2020 heeft V.M.A. bij de Bulgaarse autoriteiten een Bulgaarse geboorteakte aangevraagd. De afgifte van een geboorteakte is nodig voor de afgifte van een identiteitskaart of een paspoort. Bij de aanvraag heeft zij een beëdigde vertaling van het uittreksel van het register van de burgerlijke stand van Barcelona gevoegd. In dat uittreksel is de Spaanse geboorteakte van S.D.K.A. opgenomen waarin beide vrouwen worden vermeld als moeder. Ook wordt in het uittreksel vermeld dat de beide vrouwen in 2018 zijn gehuwd.

De Bulgaarse autoriteiten hebben V.M.A. verzocht om binnen zeven dagen het bewijs te leveren van de biologische afstamming van S.D.K.A. Als reactie op dit verzoek heeft V.M.A aangegeven dat zij dergelijke informatie niet kon verstrekken en dat de Bulgaarse wetgeving haar daartoe niet verplichtte. De Bulgaarse autoriteiten hebben vervolgens de aanvraag van V.M.A. afgewezen en geweigerd een geboorteakte voor S.D.K.A. te verstrekken.

V.M.A. heeft bij een Bulgaarse rechter beroep ingesteld tegen het weigeringsbesluit van de Bulgaarse autoriteiten. Die rechter heeft prejudiciële vragen aan het EU-Hof gesteld. Het EU-Hof stelt vast dat die rechter in essentie wil weten of een lidstaat (Bulgarije) verplicht is om een geboorteakte af te geven aan een kind dat onderdaan van die lidstaat is en wiens geboorte in een andere lidstaat (Spanje) wordt bevestigd door een geboorteakte waarin een onderdaan van de eerstbedoelde lidstaat (Bulgarije) en haar echtgenote als moeders van dat kind vermeld staan, zonder te specificeren welke van deze twee vrouwen het kind heeft gebaard. 

EU-Hof

Het EU-Hof oordeelt in de eerste plaats dat S.D.K.A. volgens de vaststellingen van de Bulgaarse rechter bij geboorte de Bulgaarse nationaliteit heeft verkregen en daarom de hoedanigheid van EU-burger bezit. Op grond van artikel 4, lid 3 van richtlijn 2004/38 zijn EU-lidstaten zoals Bulgarije verplicht om hun burgers overeenkomstig hun wetgeving een identiteitskaart of een paspoort te verstrekken waarin hun nationaliteit is vermeld. Die identiteitskaart of paspoort stelt de burgers in staat om het aan iedere EU-burger toegekende recht uit te oefenen om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven (artikel 21, lid 1, EU-Werkingsverdrag).

Aangezien S.D.K.A. de Bulgaarse nationaliteit heeft zijn de Bulgaarse autoriteiten verplicht om voor haar een identiteitskaart of een paspoort af te geven waarop haar nationaliteit is vermeld, alsmede haar familienaam zoals deze blijkt uit de geboorteakte van de andere lidstaat. Die verplichting geldt ongeacht of er een nieuwe geboorteakte is opgesteld.

Om S.D.K.A daadwerkelijk in staat te stellen om met elk van haar beide ouders haar recht uit te oefenen om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, moeten V.M.A. en K.D.J. bovendien kunnen beschikken over een document waarin zij worden vermeld als personen die bevoegd zijn om met dit kind te reizen. De autoriteiten van de gastlidstaat, die de oorspronkelijke geboorteakte hebben afgeven, zijn volgens het EU-Hof het best in staat om een dergelijk document op te stellen. Dat document kan de oorspronkelijke geboorteakte zijn. De andere lidstaten zijn verplicht om dit document te erkennen.

De verplichting voor een lidstaat om een identiteitskaart of een paspoort af te geven aan een kind dat volgens de geboorteakte van een andere lidstaat twee moeders heeft, druist niet in tegen de nationale identiteit van die lidstaat (artikel 4, lid 2, EU-Verdrag) en vormt geen bedreiging voor de openbare orde van die lidstaat. Een dergelijke verplichting betekent volgens het EU-Hof immers niet dat de lidstaat waarvan het betrokken kind onderdaan is, het ouderschap van personen van hetzelfde geslacht in zijn wetgeving moet opnemen of, voor andere doeleinden dan de uitoefening van de rechten die dat kind aan het EU-recht ontleent, moet erkennen dat dit kind afstamt van de personen die als zijn ouders vermeld staan op de door de autoriteiten van het gastland opgestelde geboorteakte.

Ten slotte kan een nationale maatregel die de uitoefening van het vrije verkeer van personen kan belemmeren, slechts worden gerechtvaardigd indien deze maatregel in overeenstemming is met de door het Handvest gewaarborgde grondrechten. Het is volgens het EU-Hof in strijd met de door de artikelen 7 en 24 van het Handvest gewaarborgde grondrechten om een kind de relatie met één van zijn ouders te ontzeggen in het kader van de uitoefening van zijn recht van vrij verkeer, dan wel om de uitoefening van dit recht feitelijk onmogelijk of uiterst moeilijk te maken omdat zijn ouders van hetzelfde geslacht zijn.

Het EU-Hof oordeelt tenslotte dat, zelfs wanneer het kind niet de Bulgaarse nationaliteit heeft en daardoor geen EU-burger is, zowel het kind als zijn moeder moeten worden beschermd als echtgenote en rechtstreekse bloedverwant in neergaande lijn van V.M.A, een EU-burger, die haar rechten daadwerkelijk moet kunnen uitoefenen.

Meer informatie: