EU-Hof veroordeelt Polen voor houtkap in beschermd oerbos
Nieuwsbericht | 17-04-2018
Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 17 april 2018 in de zaak C-441/17 Commissie / Polen (oerbos van Białowieża). In 2007 heeft de Commissie overeenkomstig de EU-habitatrichtlijn 92/43/EEG de aanwijzing van het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska, dat onder meer de drie bosgebieden Białowieża, Browsk en Hajnówka omvat, als „gebied van communautair belang” goedgekeurd wegens de aanwezigheid van natuurlijke habitats en habitats van bepaalde soorten prioritair te beschermen vogels en dieren. Dit gebied vormt ook een „speciale beschermingszone” voor vogels, aangewezen overeenkomstig de EU-vogelrichtlijn 2009/147/EG. Het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska is volgens de Commissie een van de best bewaarde natuurlijke bossen in Europa, gekenmerkt door grote hoeveelheden oude bomen, waaronder bomen die meer dan honderd jaar oud zijn, en dood hout.
Wegens de aanhoudende verspreiding van de letterzetter (een kever die voornamelijk sparren koloniseert en aantast) heeft de Poolse minister van Milieu in 2016 voor het tijdvak 2012-2021 ongeveer de verdrievoudiging van de bosexploitatie voor het bosgebied Białowieża toegestaan en ook actief bosbeheer zoals reinigingskap, herbebossing en verjongingskap, in gebieden waar tot dan toe iedere ingreep was uitgesloten. In 2017 heeft de directeur-generaal van het agentschap voor bossen voor de drie bosgebieden Białowieża, Browsk en Hajnówka besluit nr. 51 vastgesteld, „betreffende het kappen van door de letterzetter gekoloniseerde bomen en het rooien van bomen die een bedreiging vormen voor de openbare veiligheid en brandgevaar opleveren, in alle leeftijdsgroepen van de bospopulaties in de bosgebieden [...]”. Daarop is overgegaan tot het verwijderen van droge bomen en door de letterzetter gekoloniseerde bomen in die drie bosgebieden in een gebied van ongeveer 34 000 hectare. Het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska beslaat een oppervlakte van 63 147 hectare.
Aangezien de Commissie van oordeel was dat de Poolse autoriteiten hadden verzuimd zich ervan te verzekeren dat die bosbeheeractiviteiten de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska niet zouden aantasten, heeft zij op 20 juli 2017 bij het Hof van Justitie beroep ingesteld tot vaststelling dat Polen niet heeft voldaan aan de op grond van de habitatrichtlijn en de vogelrichtlijn op deze lidstaat rustende verplichtingen. Verder heeft de Commissie het Hof verzocht Polen te gelasten om, in afwachting van het arrest van het Hof ten gronde, het actieve bosbeheer in bepaalde habitats en bosopstanden en ook de verwijdering van dode eeuwenoude sparren en het kappen van bomen om de houtoogst te verhogen te staken in het gebied Puszcza Białowieska, tenzij er gevaar is voor de openbare veiligheid. De Commissie heeft dat verzoek aangevuld met een verzoek om een dwangsom op te leggen als Polen de bevelen niet nakomt. Bij beschikking van 20 november 2017 heeft het Hof dat verzoek toegewezen.
In dit arrest stelt het Hof vast dat Polen niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen ingevolge die richtlijnen.
Het wijst er om te beginnen op dat de habitatrichtlijn de lidstaten een aantal verplichtingen en specifieke procedures oplegt waarmee beoogd wordt de natuurlijke habitats en de wilde dier- en plantensoorten die van belang zijn voor de Unie in een gunstige staat van instandhouding te behouden of, waar van toepassing, te herstellen, zodat de bredere doelstelling om een hoog niveau van milieubescherming te waarborgen voor de krachtens die richtlijn beschermde gebieden wordt gerealiseerd. Zo kan een plan of project slechts worden goedgekeurd als de bevoegde instanties bij de verlening van de toestemming voor het project de zekerheid hebben verkregen dat het geen blijvende schadelijke gevolgen heeft voor de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied. In deze zaak komt het Hof tot het oordeel dat de Poolse autoriteiten vóór de vaststelling van het besluit van 2016 en besluit nr. 51 geen passende effectbeoordeling hebben uitgevoerd, aangezien zij niet over alle gegevens beschikten die relevant zijn om het effect van het aan de orde zijnde actieve bosbeheer op de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska te kunnen beoordelen, en daarmee hun uit de habitatrichtlijn voortvloeiende verplichting niet zijn nagekomen. Het Hof wijst er in dit verband op dat de door de Poolse autoriteiten in 2015 verrichte effectbeoordeling niet alle wetenschappelijke twijfel kon wegnemen wat de schadelijke gevolgen van het besluit van 2016 voor het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska betreft.
Daarna gaat het Hof na of dit actieve bosbeheer schadelijke gevolgen kan hebben voor de binnen het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska beschermde habitats en soorten en dus de natuurlijke kenmerken van dit gebied kan aantasten. Het stelt vast dat de bestreden besluiten geen beperkingen bevatten betreffende de leeftijd van bomen of de bosopstanden waarop dat bosbeheer betrekking heeft, ook niet op basis van de habitat van die bosopstanden. Bovendien is het volgens die besluiten toegestaan om bomen te kappen om redenen van „openbare veiligheid”, maar wordt er helemaal niet aangegeven welke specifieke omstandigheden een bomenkap om die redenen rechtvaardigen. Volgens het Hof kan uit het betoog van Polen niet worden afgeleid dat deze actieve bosbouw kan worden gerechtvaardigd door de behoefte om de verdere verspreiding van de letterzetter te voorkomen.
Verder constateert het Hof dat de uitvoering van de betreffende actieve bosbeheerhandelingen leidt tot het verdwijnen van een gedeelte van het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska. Dergelijke handelingen kunnen, anders dan Polen betoogt, dan ook geen maatregelen zijn die de instandhouding van dat gebied waarborgen. Het Hof merkt op dat de letterzetter in het beheerplan uit 2015 helemaal niet wordt genoemd als potentieel gevaar voor de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska, maar dat in dat plan juist het verwijderen van eeuwenoude, door de letterzetter gekoloniseerde sparren en dennen staat vermeld als een dergelijk potentieel gevaar.
Ten slotte wijst het Hof erop dat het besluit van 2016 en besluit nr. 51 onvermijdelijk leiden tot aantasting of vernietiging van de voortplantings- en rustplaatsen van bepaalde xylobionte kevers die door de habitatrichtlijn worden beschermd als voor de Unie van belang zijnde soorten die strikt moeten worden beschermd.
Met betrekking tot de vogelrichtlijn merkt het Hof op dat de lidstaten volgens die richtlijn de nodige maatregelen moeten nemen voor de invoering van een algemene regeling voor de bescherming van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten. Deze richtlijn verbiedt onder meer om opzettelijk de nesten en eieren van de betrokken soorten te vernielen of te beschadigen of de nesten van die soorten weg te nemen, en om deze vogelsoorten (vooral gedurende de broedperiode) opzettelijk te storen, voor zover een dergelijke storing, gelet op de doelstellingen van deze richtlijn, van wezenlijke invloed is. Het Hof geeft aan dat de bestreden besluiten, waarvan de uitvoering onvermijdelijk zou leiden tot aantasting of vernietiging van de voortplantings- of rustplaatsen van de betrokken vogelsoorten, geen concrete en specifieke beschermingsmaatregelen bevatten waarmee kan worden uitgesloten dat opzettelijke aantastingen van het leven en het leefgebied van die vogels binnen de werkingssfeer van die besluiten vallen, en de daadwerkelijke naleving van de genoemde verboden wordt verzekerd.
Het Hof wijst het beroep van de Commissie dan ook in zijn geheel toe.
Meer info:
AG: Polen schendt EU-recht met besluiten tot boskap in beschermd oerbos (ECER Nieuwsbericht | 23 februari 2018)
Grote Kamer EU-Hof beveelt Polen te stoppen met houtkap oerbos op straffe van dwangsom (ECER Nieuwsbericht | 22 november 2017)