EU-Hof: vluchtelingenstatus bij ernstige aantasting van ‘openbare godsdienstbeleving’

Contentverzamelaar

EU-Hof: vluchtelingenstatus bij ernstige aantasting van ‘openbare godsdienstbeleving’

Wanneer vaststaat dat een vreemdeling bij terugkeer naar zijn land van herkomst godsdienstige handelingen zal verrichten die hem blootstellen aan een werkelijk gevaar voor ernstige schendingen van zijn grondrecht, moet aan hem de vluchtelingenstatus worden toegekend. Dat heeft het EU-Hof geoordeeld in het arrest Y en Z.

In deze zaak gaat het om twee leden van de ahmadiyyamoslimgemeenschap uit Pakistan (Y en Z). Zij hebben  in Duitsland een verzoek om verlening van de vluchtelingenstatus  ingediend. In Pakistan zijn leden van de ahmadiyyagemeenschap strafbaar indien zij beweren moslim te zijn en hun geloof prediken of propageren.

 

 

Y en Z menen dat zij vanwege hun godsdienst in Pakistan het risico lopen te worden vervolgd en daarom de vluchtelingenstatus moeten krijgen. Nadat de Duitse autoriteiten de verzoeken van Y en Z hadden afgewezen en de zaak voor de Duitse rechter was gebracht, heeft de Duitse rechter vragen gesteld aan het EU-Hof over de uitleg van richtlijn 2004/83 inzake minimumnormen voor de erkenning van de vluchtelingenstatus.

 

 

Het EU-Hof oordeelt dat niet elke beperking van het recht op godsdienstvrijheid een grond voor verlening van de vluchtelingenstatus oplevert. Slechts in geval van een vrees voor ernstige schendingen van het recht op godsdienstvrijheid moet die status worden toegekend. De beoordeling van het risico op een dergelijke schending moet plaatsvinden aan de hand van met name de situatie van de betrokkene en de situatie in het land van herkomst.

 

 

Het EU-Hof geeft duidelijkheid over de vraag of van een vreemdeling gevraagd mag worden om terughoudendheid te betrachten bij het uiting geven aan de geloofsovertuiging om op deze wijze vervolging te voorkomen. Het EU-Hof komt kort gezegd tot het oordeel dat dit niet van een vreemdeling mag worden verwacht. Wanneer vaststaat dat een vreemdeling bij terugkeer naar zijn land van herkomst godsdienstige handelingen zal verrichten die hem blootstellen aan een werkelijk gevaar voor ernstige schendingen van zijn grondrecht, moet aan hem de vluchtelingenstatus worden toegekend.

 

 

Zie hier voor het volledige arrest.