EU-Hof wil hervormingen doorvoeren

Contentverzamelaar

EU-Hof wil hervormingen doorvoeren

Het EU-Hof heeft de Raad en het EP een verzoek gedaan om het statuut van het Hof te wijzigen. Het EU-Hof wil zijn eigen samenstelling aanpassen, maar vooral ook een oplossing vinden voor de werklast van het Gerecht van de Europese Unie. Dat kampt met een groeiend aantal lopende zaken.

Het Hof wil het eigen Reglement voor de procesvoering grondig wijzigen. Maar voordat het Hof dit kan doen moet eerst het Statuut enkele wijzigingen ondergaan. Het Statuut van het Hof van Justitie bevat regels over de samenstelling van het Hof en de manier waarop het Hof zijn functies uitoefent. Hoewel dit Statuut is opgenomen in een protocol bij de EU-verdragen, zijn Raad en EP bevoegd het statuut te wijzigen op grond van artikel 281 EU-Werkingsverdrag.

Het Hof wil onder andere de volgende wijzigingen doorvoeren:

- wijzigen van de structuur en werkwijze van de zogenoemde ‘grote kamer’ van het Hof. In deze kamer zit de president van het Hof, de drie presidenten van kamers van vijf rechters en negen overige rechters. De grote kamer behandelt zaken die van groot belang zijn voor het EU-recht en is niet alleen de grootste maar ook de belangrijkste formatie van het Hof. De werklast voor de president en de drie rechter die een kamer van vijf voorzitten is groot. Het Hof wil daarom dat ook de andere rechters meer betrokken worden bij de Grote kamer. Daarom stelt het Hof voor het aantal rechters in de grote kamer uit te breiden van 9 naar 15 rechters.

- Invoering van de functie van vice-president. Hiermee wordt als het ware een achtervang gecreëerd voor de president, op dit moment de Griek Vassilios Skouris. De taken en de werklast op de functie van de president zijn toegenomen na de uitbreiding van de Unie in 2004 en 2007 met 12 nieuwe lidstaten.

- De zgn. ‘termijn wegens afstand’ moet worden afgeschaft. Deze termijn houdt in dat een termijn om een processtuk in te leveren bij het EU-Hof wordt verlengd vanwege de afstand die het stuk per post moet afleggen. Volgens het Hof past dit niet meer in het huidige digitale tijdperk.

- Het Gerecht moet 12 rechters erbij krijgen zodat het aantal rechters van 27 naar 39 gaat. Het Gerecht krijg al enkele jaren meer zaken binnen dan er worden afgedaan. De duur van de zaken is veel langer dan bij het Hof zelf. Een mededingingszaak doet er gemiddeld 56 maanden over. Een dergelijke termijn zou zelfs in strijd zijn met het Handvest voor de grondrechten en het EVRM. Een optie zou kunnen zijn om gespecialiseerde rechtbanken in het leven te roepen (bijvoorbeeld voor zaken over intellectueel eigendom), maar het Hof kiest voor een uitbreiding van het aantal rechters van het Gerecht. Dit is volgens het Hof doeltreffender, kan sneller oplossing bieden voor de problemen en waarborgt ook beter de samenhang van het EU-recht.