Europees Parlement wil verbetering van controle op toepassing EU-recht

Contentverzamelaar

Europees Parlement wil verbetering van controle op toepassing EU-recht

De Commissie moet klachten sneller afhandelen, zich meer proactief opstellen bij mogelijke schending van gemeenschapsrecht, de informatievoorziening en transparantie vergroten en beter samenwerken met het Europees Parlement. Dat stelt het EP in een resolutie over de toepassing van het Gemeenschapsrecht.

Op 20 feb. jl. vond in het Europees Parlement een plenair debat plaats over het rapport van Frassoni (ITA/Groenen) inzake de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht. Dit verslag is op 21 feb. met grote meerderheid aangenomen.

Het rapport van Frassoni inzake de controle op de toepassing van het gemeenschapsrecht werd met grote steun in het EP ontvangen. De CIE moet klachten sneller afhandelen, zich meer proactief opstellen bij mogelijk schending van gemeenschapsrecht, de informatievoorziening en transparantie vergroten en beter samenwerken met het EP. Daarnaast is behoefte aan vergelijkbare tabellen over omzettingsmaatregelen in de LS. Voorts moet het EP haar betrokkenheid bij de controle van toepassing van gemeenschapsrecht (met name via de PETI commissie) vergroten. EP lid Doorn sprak van de noodzaak om meer verordeningen i.p.v. richtlijnen te gebruiken binnen de interne markt om 'cherry picking' te voorkomen.
De CIE en Raad ondersteunden de meeste bevindingen in het EP rapport. De CIE ging in op de nieuwe werkmethode en het 'citizens seminar'. Ontkracht werd echter dat in de nieuwe LS minder stevig werd toegezien op de toepassing van gemeenschapsrecht of dat de CIE bepaalde klachten niet in behandeling zou nemen.

Rapporteur
Frassoni ging in op het belang van goede controle op de toepassing van wetgeving, in eerste instantie door de CIE (als hoedster van de verdragen), maar ook door het EP. Ze verwees daarbij na de problemen met de afval in Napels, waar de CIE veel sneller had kunnen reageren. Verder was Frassoni verbaasd dat inbreukprocedures voor en na de uitbreiding nauwelijks zijn toegenomen (2709 in 2003 en 2653 in 2005).

Als belangrijkste aandachtspunten noemde Frassoni:
-Klachten moeten sneller afgehandeld worden. Hiervoor heeft de CIE ook meer menskracht en middelen nodig. Voorts moet art 228 (inbreukprocedures) sneller toegepast worden indien nodig (CIE moet meer proactief zijn bij de controle dat een schending van gemeenschapsrecht aan het licht kan brengen).
-Meer transparantie en informatieverstrekking door de CIE is nodig;
-Er mag geen verschil in benadering zijn bij de toepassing van gemeenschapsrecht in de DG's van de CIE.
-Meer 'best practices' tussen LS zijn nodig;
-Er is behoefte aan heldere concordantietabellen om het verband tussen richtlijnen en binnenlandse omzettingsmaatregelen beter met elkaar te vergelijken;
-De samenwerking tussen CIE en het EP en het EP en de nationale parlementen moet versterkt worden;
-Het EP moet een veel actievere rol spelen bij de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht. De PETI commissie, die de verzoekschriften van burgers behandelt, speelt daarbij een zeer belangrijke rol.

Tot slot benadrukte Frassoni dat ze sceptisch is over het voornemen van de CIE om de definitie van de prioriteiten enigszins aan te passen. Dit kan leiden tot het leggen van prioriteiten bij minder lastige procedures.

CIE
Commissaris Verheugen sprak zijn steun uit voor dit rapport. Het is de primaire taak van de CIE om controle uit te oefenen op de toepassing van wetgeving. Als mogelijke verbeterpunten noemde hij:
-Het sneller oplossen van problemen;
-Verbeteren van samenwerking met de LS;
-Verduidelijken van de prioriteiten.
-Vergroten van de transparantie en de informatievoorziening.

De CIE heeft ook een nieuwe werkmethode ontwikkeld. Deze werkmethode is erop gericht de behandeling en het beheer van bestaande procedures te prioriteren en te bespoedigen en de lidstaten hierbij ook formeel te betrekken. Deze methode zal als pilot project in 15 LS dit jaar van start gaan, waarvan het EP goed op de hoogte wordt gehouden.

Verder zei Verheugen toe dat de CIE een 'citizens seminar' zal opstarten en dat de CIE nauw met de EP PETI commissie zal samenwerken.

Als reden dat inbreukprocedures niet gestegen waren na de uitbreiding noemde Verheugen de goede voorbereiding van de nieuwe LS op het acquis communautaire en de nog beperkte klachten van de burgers over gemeenschapsrechten in deze landen (de verwachting is dat bij meer bekendheid van de gemeenschapsregels de klachten toe zullen nemen). Het gevaar dat CIE bepaalde klachten niet zou behandelen, zoals werd gesuggereerd door sommige EP leden wees hij resoluut van de hand.

Tot slot benadrukte hij dat veel omzettingsproblemen niet direct gezien mogen worden als kwade opzet door de LS. Via intensievere dialoog tussen de CIE en de LS kunnen deze problemen verholpen worden (90% van de problemen kunnen opgelost worden zonder Hofprocedure).

EP reactie
Alle fracties ondersteunden de bevindingen in het rapport en onderstreepten het belang van een grote betrokkenheid met name via de PETI commissie van het EP op de controle van de toepassing van gemeenschapsrecht.

Wallis (ALDE/VK) wenste dat de PETI commissie meer middelen en bevoegdheden zou krijgen.

EP-lid Doorn sprak over het probleem van de grote verschillen tussen nationale toezichthouders bij de toepassing van gemeenschapsrecht. Hij zal in juni a.s. als rapporteur een rapport presenteren over de implementatie van de 8e richtlijn inzake toezicht accountants. Daarnaast vroeg hij zich af of richtlijnen wel het meest geschikte instrument zijn om ‘cherry picking’ en ‘ goldplating’ binnen de interne markt te voorkomen (verordeningen soms meer geschikt). Volgens hem bestond deze zorg ook in het NL'se parlement.