Europese Commissie: bescherming Britse internetgebruikers schiet structureel tekort

Contentverzamelaar

Europese Commissie: bescherming Britse internetgebruikers schiet structureel tekort

Volgens de Europese Commissie is Britse regelgeving die het mogelijk maakt voor bedrijven om surfgedrag van burgers te analyseren voor reclamedoeleinden niet in overeenstemming met de Europese privacywetgeving. In de ogen van de Commissie schiet het VK structureel tekort in de manier waarop het de EU-regels inzake de vertrouwelijkheid van de communicatie toepast. Met veel publiciteit heeft Eurocommissaris Reding van Telecommunicatie een inbreukprocedure tegen het Verenigd Koninkrijk aangekondigd.

De Commissie zegt veel klachten van de Britse burgers te hebben ontvangen over de zogenoemde ‘Phorm’-technologie. Het Amerikaanse bedrijf Phorm heeft een contract met British Telecom en andere Britse internetproviders. Op basis van deze technologie kan het surfgedrag van internetgebruikers, beschikbaar gesteld door de providers, geanalyseerd worden voor commerciële doeleinden zoals het maken van reclame op het internet.

Volgens de Privacyrichtlijn (2002/58) moeten de lidstaten verbieden het afluisteren, aftappen, opslaan of anderszins onderscheppen of controleren van communicatie en de daarmee verband houdende verkeersgegevens door anderen dan de gebruikers, indien de betrokken gebruikers daarin niet hebben toegestemd (artikel 5, lid 1).

Op grond van de Britse wetgeving is het onderscheppen van communicatie een misdrijf. Dit is volgens de Commissie echter uitsluitend van toepassing op het “opzettelijk” onderscheppen van communicatie. Bovendien wordt op basis van deze wetgeving onderscheppen toegestaan wanneer de onderschepper over "redelijke gronden" beschikt om aan te nemen dat de gebruiker ermee instemt dat de communicatie wordt onderschept.

Het VK heeft twee maanden om te reageren. Als een antwoord uitblijft of het antwoord de Commissie niet bevredigt, kan de Commissie een met redenen omkleed advies uitbrengen. Als de inbreuk in de ogen van de Commissie ook na de termijn die in het advies wordt gegeven blijft voortduren, kan zij een beroep instellen bij het EG-Hof van Justitie.