Europese Commissie daagt Nederland voor het EU-Hof over aanbesteding op defensiegebied en mediation

Contentverzamelaar

Europese Commissie daagt Nederland voor het EU-Hof over aanbesteding op defensiegebied en mediation

De Europese Commissie heeft op 27 september besloten Nederland voor het EU-Hof te dagen wegens het niet tijdig omzetten van de Europese regels op het gebied van aanbestedingen van defensiemateriaal. Op dezelfde dag heeft de Commissie besloten een inbreukprocedure tegen Nederland te starten vanwege een inbreuk op het terrein van bemiddeling bij grensoverschrijdende juridische geschillen (mediation). De Commissie vraagt het EU-Hof Nederland onder dreiging van een dwangsom van EUR 57 324,80 in de eerste zaak en van 70 553,60 EUR in de tweede zaak te veroordelen. De Commissie maakt hierbij gebruik van de mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon biedt om direct een dwangsom te eisen bij te late omzetting van richtlijnen (artikel 260, lid 3 VWEU).

De eerste zaak gaat over de Richtlijn 2009/81/EG. Deze richtlijn stelt regels met betrekking tot de interne markt voor militair- en veiligheidsmateriaal en aanverwante werken en diensten en had op 21 augustus 2011 geïmplementeerd moeten zijn. Doordat de kamer niet aan de behandeling van het wetsvoorstel toekwam, is het niet gelukt om deze datum te halen. Bijkomstigheid is dat op 2 oktober 2012 is in de Tweede Kamer de Aanbestedingswet voor Defensie en Veiligheid aangenomen, die de richtlijn moet gaan implementeren. De wet is inmiddels – met een verzoek om voortvarende behandeling – naar de Eerste Kamer gestuurd.

De tweede zaak betreft Richtlijn 2008/52/EG, die van toepassing is wanneer twee partijen die bij een grensoverschrijdend geschil zijn betrokken, vrijwillig overeenkomen om hun geschil door tussenkomst van een onpartijdige bemiddelaar/mediator te beslechten. De uiterste datum voor omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving was 21 mei 2011.

Zie hier en hier de persberichten van de Commissie.