Europese Commissie fout bij klacht tegen Nederland

Contentverzamelaar

Europese Commissie fout bij klacht tegen Nederland

De Europese Commissie is door het EU-Hof op de vingers getikt in een procedure tegen Nederland wegens vermeende discriminatie van werknemers die op olieboorplatforms in Nederland werken. Het Hof kwam niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de bezwaren van de Commissie. De Commissie heeft het Hof onvoldoende informatie verschaft, waardoor haar beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.

Het gaat om het arrest in de zaak C-141/10, Commissie/Nederland.

Enkele Portugezen die op boorplatforms op het Nederlandse continentale plat werken, hebben klachten ingediend bij de Europese Commissie. De Portugezen vonden dat zij slechter behandeld werden dan andere Nederlandse en EU werknemers die wel in Nederland wonen en werken. De Commissie is daarop een procedure wegens verdragsschending gestart tegen Nederland.

Nederland heeft betoogd dat de Commissie onvoldoende duidelijk had gemaakt op welke manier Nederland het EU recht had geschonden. Hierin heeft het Hof Nederland gelijk gegeven. De Commissie heeft niet aangegeven welke socialezekerheidsuitkeringen zij precies bedoelt en heeft het Hof geen enkele informatie verschaft over het nationale rechtskader waarbinnen die uitkeringen zijn geregeld. Het is niet duidelijk wat Nederland deze werknemers precies ontzegt. Het Hof komt daarom tot het oordeel dat de gestelde niet-nakoming onvoldoende nauwkeurig en zelfs dubbelzinnig is geformuleerd.

Ondanks dit oordeel weten we wel hoe het Hof aankijkt tegen de inhoud van de zaak. Dit kan worden afgeleid uit recente rechtspraak van EU Hof over de toepassing van EU recht op het continentaal plat. Inmiddels heeft Nederland door middel van nieuwe wetgeving een einde gemaakt aan de vermeende ongelijke behandeling die de aanleiding vormde voor de niet-nakomingsprocedure.