Europese Commissie keurt Nederlandse steunregeling voor compensatie van energie-intensieve ondernemingen goed

Contentverzamelaar

Europese Commissie keurt Nederlandse steunregeling voor compensatie van energie-intensieve ondernemingen goed

Met de goedgekeurde ETS-regeling kan Nederland het effect van indirecte emissiekosten op energie-intensieve industrieën verminderen, en daarmee ook het risico dat deze industrieën hun productie verplaatsen naar landen buiten de EU die een minder ambitieus klimaatbeleid kennen. Tegelijkertijd kan Nederland een kosteneffectieve decarbonisatie van de economie tot stand brengen in overeenstemming met de doelstellingen van de Green Deal, en tevens mogelijke concurrentieverstoringen beperken.

Het gaat om de door de Europese Commissie op grond van de EU-staatssteunregels goedgekeurde Nederlandse steunregeling om energie-intensieve bedrijven gedeeltelijk te compenseren voor hogere elektriciteitsprijzen als gevolg van indirecte emissiekosten in het kader van het EU-systeem voor de handel in emissierechten (ETS; Emissions Trading System). Het betreffende besluit van de Commissie van 19 augustus 2022 komt beschikbaar via zaaknummer SA.102626 (in het Staatssteunregister) op de website van DG Concurrentie.

Achtergrond
In de Europese Green Deal  van december 2019 legde de Commissie onder meer de doelstelling vast om van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te maken. Het EU-ETS fungeert als hoeksteen van het EU-beleid in de strijd tegen klimaatverandering en is een belangrijk instrument om de uitstoot van broeikasgassen kosteneffectief te verminderen. In juni 2021 stelden het Europees Parlement en de Raad de Europese klimaatwet vast. Deze bekrachtigt de bindende doelstelling om de emissies tegen 2030 met ten minste 55 procent te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990 (zie ook dit ECER-bericht).

In september 2020 stelde de Commissie herziene ETS-richtsnoeren inzake staatssteun vast (richtsnoeren betreffende bepaalde staatssteunmaatregelen in het kader van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten na 2021 (hierna: ETS-richtsnoeren) in het kader van het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten na 2021, als onderdeel van de modernisering van alle instrumenten ter voorkoming van koolstoflekkage die verband houden met het EU-ETS, zoals de gratis toewijzing van CO2-emissierechten. De herziene ETS-richtsnoeren inzake staatssteun zijn op 1 januari 2021 in werking getreden en zijn van toepassing zijn tot en met 2030, met een tussentijdse actualisering die gepland staat voor 2025.

De Nederlandse maatregel
De door Nederland bij de Europese Commissie aangemelde steunregeling, met een geraamd totaalbudget van maximaal 834,6 miljoen euro, dekt een deel van de hogere elektriciteitsprijzen ten gevolg van het effect van de koolstofprijzen op de kosten van elektriciteitsopwekking (de zogenaamde “indirecte emissiekosten”) die tussen 2021 en 2025 worden gemaakt.

De steunmaatregel is gericht op vermindering van het risico op zogenaamde “koolstoflekkage”, waarbij ondernemingen hun productie verhuizen naar landen buiten de EU met een minder ambitieus klimaatbeleid, waardoor de emissies van broeikasgassen wereldwijd toenemen.

De steunmaatregel komt ten goede aan ondernemingen die actief zijn in sectoren waarvoor een risico van koolstoflekkage bestaat en die zijn opgenomen in bijlage I bij de ETS-richtsnoeren. Deze sectoren worden geconfronteerd met hoge elektriciteitskosten en zijn in het bijzonder blootgesteld aan internationale concurrentie. Er zal echter geen steun worden verleend voor de productie van energiedragers met meer dan 50 procent grondstoffen van fossiele oorsprong.

De compensatie zal aan in aanmerking komende ondernemingen worden toegekend via een gedeeltelijke terugbetaling van de indirecte emissiekosten die in het voorgaande jaar zijn gemaakt, waarbij de eindbetaling in 2026 zal plaatsvinden. Het maximale steunbedrag zal gelijk zijn aan 75 procent van de gemaakte indirecte emissiekosten. Het steunbedrag wordt berekend op basis van efficiëntiebenchmarks voor elektriciteitsverbruik, die ervoor zorgen dat de begunstigden worden aangemoedigd om energie te besparen. De begunstigden zullen een bepaald deel van hun indirecte emissiekosten zelf moeten dragen; voor dat deel zal geen steun worden verleend.

Om voor compensatie in aanmerking te komen, moeten begunstigden hun broeikasgasemissies met 3 procent per jaar verlagen ten opzichte van het niveau van 2020. Ook moeten ze aantonen dat zij i) ten minste 30 procent van hun elektriciteitsverbruik dekken met koolstofvrije bronnen, of ii) ten minste 50 procent van het steunbedrag investeren in projecten die leiden tot een aanzienlijke vermindering van de broeikasgasemissies van hun installatie tot ver onder de toepasselijke benchmark voor kosteloze toewijzing in het EU-ETS.

Beoordeling door de Commissie
De Commissie heeft de door Nederland aangemelde steunmaatregel getoetst aan de EU-staatssteunregels, met name aan de voornoemde ETS-richtsnoeren. De Commissie heeft geoordeeld dat de regeling noodzakelijk en passend is om energie-intensieve bedrijven te ondersteunen om de hogere elektriciteitsprijzen te betalen en om te voorkomen dat bedrijven verhuizen naar landen buiten de EU met een minder ambitieus klimaatbeleid. Ook stelt de Commissie vast dat de regeling voldoet aan de vereisten inzake energie-audits en -beheersystemen uit de ETS-richtsnoeren. De regeling ondersteunt  de klimaat- en milieudoelstellingen van de EU en de doelstellingen van de Europese Green Deal. Voorts concludeerde de Commissie dat de verleende steun tot het noodzakelijke minimum beperkt is en geen ongewenste negatieve gevolgen zal hebben voor de mededinging en het handelsverkeer in de EU. Op basis hiervan heeft de Commissie de regeling goedgekeurd.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Staatssteun