Europese Commissie keurt verslagen over de uitvoering van buitenlandse directe investeringen en over uitvoercontroles goed

Contentverzamelaar

Europese Commissie keurt verslagen over de uitvoering van buitenlandse directe investeringen en over uitvoercontroles goed

Uit de verslagen blijkt dat de screening van buitenlandse investeringen en uitvoercontroles in de Europese Unie een cruciale rol spelen bij het waarborgen van de Europese veiligheid en openbare orde.

Het gaat om de twee verslagen die begin september door de Europese Commissie zijn goedgekeurd: het verslag over de screening van buitenlandse directe investeringen (zie ook website Europese Commissie) (BDI; ook wel Foreign Direct Investments (FDI)) en het verslag over de verordening inzake uitvoercontroles (zie ook website Europese Commissie).

In 2021 heeft de Commissie ruim 400 buitenlandse directe investeringen in de Unie geanalyseerd om ervoor te zorgen dat dergelijke investeringen geen bedreiging vormen voor de veiligheid of de openbare orde van de EU-landen. Bijna alle EU-lidstaten beschikken over screeningmechanismen of zijn bezig met de invoering ervan. Ook blijkt uit de verslagen dat de EU-lidstaten in het kader van de EU-uitvoercontroleregeling in 2020 ongeveer 40 000 verzoeken om uitvoer van goederen met mogelijk militair gebruik naar niet-EU-landen ter waarde van 38,4 miljard euro hebben onderzocht. In iets meer dan 550 gevallen werd de uitvoer geblokkeerd.

Screening van buitenlandse directe investeringen
Het verslag over 2021 is het tweede jaarverslag over de screening van BDI en het eerste verslag dat betrekking heeft op een heel kalenderjaar. De EU-verordening inzake de screening van BDI (nr. 2019/452) is in oktober 2020 volledig van toepassing geworden (zie ook dit ECER-bericht). Sinds de instelling van het mechanisme tot samenwerking heeft de Commissie meer dan 740 BDI-transacties gescreend.

Het BDI-jaarverslag toont aan dat het gebruik van het mechanisme in 2021 is toegenomen. Belangrijke bevindingen zijn:

  • De overgrote meerderheid van de BDI vormt vanuit het oogpunt van veiligheid/openbare orde geen probleem en wordt snel goedgekeurd (zowel op het niveau van de lidstaten als in het kader van de verordening).
  • De Commissie heeft de beoordeling van door de lidstaten gemelde BDI-transacties snel afgerond: 86 procent werd binnen slechts 15 kalenderdagen beoordeeld. 
  • Het EU-mechanisme vormt geen belemmering voor de openheid van de EU ten aanzien van buitenlandse directe investeringen. Minder dan 3 procent van de transacties heeft tot een advies van de Commissie geleid, en de nadruk blijft liggen op veiligheid en openbare orde.
  • Het verslag geeft de EU een beter beeld van de patronen in de investeringen. De vijf belangrijkste herkomstlanden van investeerders voor de in 2021 aangemelde uiteindelijke investeerder waren de VS, het Verenigd Koninkrijk, China, de Kaaimaneilanden en Canada. De Russische buitenlandse directe investeringen betroffen minder dan 1,5 procent van de gevallen en Belarus 0,2 procent.
  • BDI bestrijken een breed scala aan sectoren, maar de meeste gemelde gevallen betroffen de (gevarieerde) be- en verwerkende industrie (44 procent) en informatie- en communicatietechnologie (32 procent).
  • De BDI-verordening heeft snel en efficiënt gefunctioneerd door uiteenlopende informatie te verstrekken en door investeringen die veiligheidsrisico's met zich meebrengen, te voorkomen, zonder de stroom van buitenlandse investeringen te beperken.

Screening van de uitvoercontroles
Het tweede verslag over uitvoercontroles in het kader van de verbeterde uitvoercontroleverordening (nr. 2021/821) - die op 9 september 2021 in werking is getreden- heeft betrekking op het jaar 2020.

Het verslag gaat over de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik (dual use) (zie ook website ECER): dat wil zeggen producten die voor civiele en militaire doeleinden kunnen worden gebruikt. Uit het verslag blijkt dat de totale toegestane uitvoer van dergelijke producten in 2020 goed was voor ongeveer 31 miljard euro.

Uit het verslag blijkt dat de nieuwe EU-regels op dit gebied (zie ook dit ECER-bericht) de uitvoercontroles hebben versterkt door een nieuwe dimensie “menselijke veiligheid” in te voeren. Ook zijn de procedures vereenvoudigd en is het uitvoercontrolesysteem flexibeler en transparanter gemaakt. In het kader van de verordening inzake cybertoezicht en opkomende technologieën worden werkzaamheden van deskundigen ontwikkeld waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar handhaving en uitvoering van controles door de lidstaten. De nieuwe regels moeten de EU ook in staat stellen nauwer samen te werken met partnerlanden om de mondiale veiligheid te verbeteren en een gelijk speelveld te bevorderen. Tot slot heeft de verordening inzake uitvoercontroles in algemene termen het kader voor uitvoercontrole efficiënter, flexibeler en toekomstgerichter gemaakt en tegelijkertijd de internationale samenwerking op veiligheidsgebied vergemakkelijkt.

Meer informatie