Europese Commissie presenteert twee richtlijnvoorstellen voor een versterkt kader voor organen voor gelijke behandeling in de EU

Contentverzamelaar

Europese Commissie presenteert twee richtlijnvoorstellen voor een versterkt kader voor organen voor gelijke behandeling in de EU

De richtlijnvoorstellen bevatten normen voor organen voor gelijke behandeling, met betrekking tot hun mandaat, taken, onafhankelijkheid, structuur, bevoegdheden, toegankelijkheid en middelen. Het doel is om een versterkt kader voor organen voor gelijke behandeling in de EU tot stand te brengen.

Achtergrond

Organen voor gelijke behandeling spelen een fundamentele rol in de non-discriminatie-architectuur van de EU. Het zijn overheidsorganisaties die slachtoffers van discriminatie bijstaan, discriminatiekwesties monitoren en daarover verslag uitbrengen, en bijdragen tot de bewustmaking van de rechten van mensen en de waarde van gelijkheid. Tot dusver zijn organen voor gelijke behandeling krachtens het EU-recht verplicht om discriminatie op grond van ras, etnische afstamming en geslacht op specifieke gebieden te bestrijden.

Op 7 december 2022 heeft de Europese Commissie twee richtlijnvoorstellen gepresenteerd. Het eerste richtlijnvoorstel heeft tot doel om bindende normen vast te stellen voor organen voor gelijke behandeling op het gebied van gelijke behandeling en gelijke kansen voor vrouwen en mannen in arbeid en beroep, met inbegrip van arbeid als zelfstandige. Het voorstel voorziet onder andere in het schrappen van artikel 20 van richtlijn 2006/54 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep en van artikel 11 van richtlijn 2010/41 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandige werkzame mannen en vrouwen. Die twee bepalingen hebben betrekking op organen voor gelijke behandeling.

Het tweede richtlijnvoorstel stelt bindende normen vast voor organen voor gelijke behandeling op het gebied van gelijke behandeling van personen ongeacht hun ras of etnische afstamming, gelijke behandeling van personen in arbeid en beroep ongeacht hun godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid en gelijke behandeling van vrouwen en mannen op het gebied van sociale zekerheid en de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Het voorstel voorziet onder andere in het schrappen van artikel 13 van richtlijn 2000/43 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming en van artikel 12 van richtlijn 2004/113 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Die twee bepalingen hebben betrekking op organen voor gelijke behandeling .

Twee andere EU-richtlijnen inzake gelijke behandeling, de richtlijn inzake gelijke behandeling in arbeid en beroep en de richtlijn gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid, bevatten op dit moment nog geen bepalingen over organen voor gelijke behandeling. Het tweede richtlijnvoorstel versterkt de bescherming op het gebied van gelijke behandeling en non-discriminatie door het mandaat van organen voor gelijke behandeling uit te breiden tot de gronden en gebieden van de in de vorige zin bedoelde richtlijnen.

De richtlijnvoorstellen

De bestaande EU-richtlijnen inzake gelijke behandeling bevatten geen bepalingen over de feitelijke structuur en werking van organen voor gelijke behandeling, maar vereisen alleen dat zij over bepaalde minimumbevoegdheden beschikken en dat zij onafhankelijk handelen in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden.

Door de ruime beoordelingsmarge waarover de lidstaten beschikken bij de uitvoering van deze bepalingen, bestaan er aanzienlijke verschillen tussen de organen voor gelijke behandeling van de lidstaten, met name wat betreft hun mandaat, bevoegdheden, leiding, onafhankelijkheid, middelen, toegankelijkheid en doeltreffendheid. Dit heeft gevolgen voor de verwezenlijking van hun doelstellingen uit hoofde van het EU-recht.

De richtlijnvoorstellen hebben als doel normen vast te stellen voor organen voor gelijke behandeling, met betrekking tot hun mandaat, taken, onafhankelijkheid, structuur, bevoegdheden, toegankelijkheid en middelen, om ervoor te zorgen dat zij, samen met andere actoren:

De richtlijnvoorstellen bouwen voort op de inhoud van de bestaande bepalingen inzake organen voor gelijke behandeling in de richtlijnen 2000/43, 2006/54, 2010/41 en 2004/113 teneinde deze te vervangen door een aangescherpte en meer gedetailleerde reeks regels. De nieuwe regels omvatten alle minimumverplichtingen waarin deze vier richtlijnen voorzagen.

Meer informatie: