Europese Commissie publiceert voorlopige bevindingen na consultatie over herziening Europese aanbestedingsrichtlijnen

Contentverzamelaar

Europese Commissie publiceert voorlopige bevindingen na consultatie over herziening Europese aanbestedingsrichtlijnen

De gepubliceerde bevindingen bevatten statistieken van de ingezonden reacties op de consultatie die de Europese Commissie begin dit jaar hield over de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Aan de hand van een zevental thema’s worden de voornaamste uitkomsten in de rapportage weergegeven.

De Europese Commissie publiceerde de voorlopige bevindingen op 15 mei 2025 (zie onderaan pagina; Summary).

In totaal ontving de commissie 733 reacties in de consultatie die tot 7 maart 2025 liep. 27 procent van de respondenten betroffen publieke entiteiten, 20 procent het bedrijfsleven.

Het meest aantal reacties werd ingestuurd vanuit Duitsland (26 procent). Nederland staat op de zevende plaats qua inzendingen (4 procent).

De voorlopige bevindingen worden teruggekoppeld aan de hand van een aantal thema’s:

  • Simpelere en flexibelere regels, prijs-kwaliteitverhouding, transparantie, integriteit
  • Makkelijkere markttoegang, MKB en grensoverschrijdende deelname
  • Het aanpakken van strategische kansen
  • Mededinging
  • Coherentie en veerkracht
  • Onder de EU-drempelwaarde aanbesteden
  • Private aanbestedingen

Uit de terugkoppeling blijkt onder meer dat:

  • 49 procent van de respondenten op het gebied van het bereiken van de doelstellingen van de richtlijnen meent dat de richtlijnen het systeem van overheidsopdrachten niet flexibel genoeg hebben gemaakt. 54 procent denkt dat de richtlijnen geen eenvoudigere regels hebben gebracht.
  • 38 procent van de respondenten gelooft dat de richtlijnen hebben bijgedragen aan de vermindering van corruptie terwijl 62 procent van mening is dat de richtlijnen de transparantie hebben verhoogd door het juiste kader te scheppen voor de publicatie van aanbestedingen in alle fasen van de procedure.
  • Met betrekking tot de relevantie van de in de richtlijnen vastgelegde regels, denkt het 48 procent van de respondenten dat de regels die gericht zijn op het vergroten van de procedurele flexibiliteit (bijv. de keuze van beschikbare procedures, termijnen voor het indienen van offertes, contractwijzigingen) niet langer relevant en adequaat zijn.
  • 46 procent van de respondenten geeft aan het niet eens te zijn met de constatering dat de richtlijnen hebben geresulteerd in meer mededinging op de aanbestedingsmarkten.
  • Publieke entiteiten geven aan dat de richtlijnen hen hebben gestimuleerd om werken, goederen en diensten aan te besteden die milieuvriendelijk (56 procent), sociaal verantwoord (55 procent) en innovatief (45 procent) zijn. Bedrijven denken hier anders over.
  • 35 procent van de respondenten vinden dat de richtlijnen alle types van strategisch aanbesteden (bijvoorbeeld het gebruik van de economisch meest voordelige inschrijving) stimuleren. 38 procent van de respondenten vindt dat het niveau van mededinging in de EU aanbestedingsmarkten te laag is.
  • 39 procent van de respondenten vinden dat de doelstellingen van de drie aanbestedingsrichtlijnen coherent zijn met elkaar. Als het gaat om de vraag in hoeverre EU wetgeving coherent is met aanbestedingsrecht dan zijn respondenten kritischer.
  • 49 procent van de respondenten vindt niet dat de richtlijnen ‘fit for purpose’ zijn om bij te dragen aan de strategische autonomie van de EU.
  • Als het  wordt vergeleken met het aanbestedingsregime dat onder de Europese drempelwaarden geldt, dan vinden respondenten (49 procent) niet dat het uitvoeren van de Europese aanbestedingsrichtlijnen simpeler is.

Meer informatie:
Nieuwsbericht PIANOo
ECER-dossier: Aanbestedingen
ECER-bericht: Europese Commissie start consultatie over herziening van de Europese aanbestedingsrichtlijnen (13 december 2024)