Europese Commissie stelt nieuwe regels vast voor staatssteun aan landbouw, bosbouw, visserij en aquacultuur

Contentverzamelaar

Europese Commissie stelt nieuwe regels vast voor staatssteun aan landbouw, bosbouw, visserij en aquacultuur

Het op de groene transitie afgestemde pakket regels voor staatssteun aan de betreffende sectoren moet ervoor zorgen dat lidstaten gemakkelijker en sneller financiering kunnen verlenen aan deze – voor de economie van de EU belangrijke- sectoren, zonder ongerechtvaardigde verstoringen van de EU interne markt te veroorzaken.

Het gaat om de op 14 december 2022 door de Europese Commissie goedgekeurde herziene staatssteunregels voor de landbouw-, de bosbouw- (C (2022) 9131, zie ook de speciale websitepagina van DG Concurrentie van de Commissie met meer achtergrondinformatie) en de visserij- en aquacultuursector (C (2022) 9139, zie website Commissie). De herziene staatssteunregels zijn afgestemd op de strategische prioriteiten van de EU, met name het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) en de Europese Green Deal

De herziening kwam tot stand na uitgebreide consultatie en evaluatie van belanghebbenden. De bijdragen van belanghebbenden die in het kader van de evaluatie en de effectbeoordeling van de betreffende voorstellen in het nieuwe pakket werden ingediend zijn ook terug te vinden op voornoemde webpagina’s van DG Concurrentie. Ook zijn daar de samenvattingen van de verschillende raadplegingsactiviteiten en het werkdocument van de diensten van de Commissie over de evaluatie te vinden.

Tegelijk met de goedkeuring van het pakket besloot de Commissie om de geldigheidsduur van de zogeheten “de-minimisverordening” voor de visserij met een jaar te verlengen. 

De nieuwe staatssteunregels voor land- en bosbouw, visserij en aquacultuur
De nieuwe staatssteunregels die deel uitmaken van het goedgekeurde pakket betreffen:

  • De herziene groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw (EU-Verordening 2022/2472; GVVL of ABER (EN)) en de groepsvrijstellingsverordening voor de visserij (EU-Verordening 2022/2473; GVVV of FIBER (EN)), waarin specifieke categorieën steun verenigbaar met de staatssteunregels van de EU worden verklaard en onder voorwaarden worden vrijgesteld van de verplichting tot voorafgaande aanmelding bij en goedkeuring door de Commissie. Zo kunnen lidstaten snel steun verlenen wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden om de concurrentieverstoring op de EU-interne markt te beperken. De in de GVVL en de GVVV vastgestelde regels vormen een aanvulling op de regels die zijn opgenomen in de richtsnoeren voor de landbouw-, de bosbouw- en de visserijsector, die de voorwaarden bepalen waaronder de Commissie beoordeelt of staatssteunmaatregelen die niet onder een groepsvrijstelling vallen, verenigbaar zijn met de EU-interne markt.
  • Nieuwe richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (“landbouwrichtsnoeren” (2022/C 485/01) en de nieuwe richtsnoeren voor staatssteun in de visserij- en aquacultuursector (“visserijrichtsnoeren” (C(2022) 8995)). Zij houden rekening met recente ervaringen van de Commissie op deze terreinen en met de huidige strategische prioriteiten van de EU, met name het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) en de Europese Green Deal, evenals met de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie.

De herziene GVVL en GVVV, en de landbouwrichtsnoeren, zijn vanaf 1 januari 2023 van toepassing. De visserijrichtsnoeren worden vermoedelijk in het eerste kwartaal van 2023 van toepassing zodra alle taalversies beschikbaar zijn. Tot dat moment blijven de huidige visserijrichtsnoeren van 2015 (gewijzigd in 2018) van toepassing.

Daarnaast besloot de Commissie om de de-minimisverordening voor de visserij (Verordening (EU) nr. 717/2014), die momenteel van kracht is tot en met 31 december 2022, te verlengen tot en met 31 december 2023. Dit geeft de Commissie de gelegenheid om de toetsing van deze verordening verder te voltooien, onder meer rekening houdend met ontvangen opmerkingen van belanghebbenden en lidstaten tijdens de raadpleging. Ook reflecteert de Commissie op de vraag of de verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten beter onder de algemene de-minimisverordening ((EU) nr. 1407/2013) zou kunnen vallen dan onder de de-minimisverordening voor de visserij, zoals nu het geval is. De algemene de-minimisverordening voorziet in hogere de-minimis-plafonds dan die voor de visserij. De verwerking en afzet van landbouwproducten valt momenteel al onder de algemene de-minimisverordening. De-minimisverordeningen stellen kleine steunbedragen vrij van het toezicht op staatssteun, aangezien zulke bedragen worden geacht geen gevolgen voor de mededinging en het handelsverkeer op de EU-interne markt te hebben. Daarom kan de-minimissteun worden verleend zonder voorafgaande aanmelding en goedkeuring door de Commissie. In de loop van 2023 zal een laatste wijziging van de de-minimisverordening voor de visserij worden aangenomen.

De herziene regels
De belangrijkste wijzigingen in de GVVL en de GVVV betreffen een aanzienlijke uitbreiding van het toepassingsgebied van maatregelen waarvoor een groepsvrijstelling geldt. Het gaat om:

  • Nieuwe categorieën maatregelen waarvoor een groepsvrijstelling geldt, zoals steun ter compensatie van schade veroorzaakt door beschermde dieren, steun voor verbintenissen op het gebied van milieubeheer, voor samenwerking in de landbouw- en de bosbouwsector of voor de preventie of herstel van schade veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden in de visserijsector;
  • Maatwerk maatregelen met groepsvrijstelling voor projecten voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling ter bevordering van de ontwikkeling van plattelandsgebieden op lokale schaal;
  • Een nieuw plafond voor projecten van operationele groepen van het Europees innovatiepartnerschap die gericht zijn op innovaties in de landbouwsector en in plattelandsgebieden. Projecten onder 500 000 euro of tot 2 miljoen euro per onderneming kennen nu een groepsvrijstelling.

De Commissie verwacht dat volgens de nieuwe regels een groepsvrijstelling zal gelden voor tot 50 procent van de gevallen die voorheen moesten worden aangemeld.

De herziene landbouwrichtsnoeren houden de volgende wijzigingen in:

  • Een nieuwe, vereenvoudigde procedure voor staatssteungoedkeuring voor maatregelen die worden medegefinancierd in het GLB;
  • Een ruimer toepassingsgebied van maatregelen ter bestrijding van dierziekten en plantenplagen, zodat steun kan worden verleend voor opkomende dierziekten en bepaalde invasieve uitheemse soorten;
  • Nieuwe stimulansen voor landbouwers om zich te verbinden tot regelingen in het kader waarvan ze strengere milieunormen naleven dan wettelijk vereist is.

De herziene visserijrichtsnoeren betreffen de volgende wijzigingen:

  • Een ruimer toepassingsgebied van maatregelen ter bestrijding van dierziekten in de aquacultuur, zodat steun kan worden verleend voor opkomende dierziekten en bepaalde invasieve uitheemse soorten;
  • Invoering van nieuwe categorieën steun, zoals steun voor vloot- en stopzettingsmaatregelen (in overeenstemming met het EFMZVA) en steun voor investeringen in uitrusting die bijdraagt tot de veiligheid van vissersvaartuigen in de ultraperifere gebieden van de Unie. Het is onwaarschijnlijk dat maatregelen voor capaciteitsuitbreiding zullen worden goedgekeurd.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Staatssteun
ECER-dossier: Klimaat en milieu
ECER-dossier: Landbouw
ECER-dossier: Visserij