Europese Commissie stelt tegenmaatregelen vast op heffingen VS inzake invoer van staal en aluminium
Nieuwsbericht | 19-03-2025
De Europese Commissie stelt dat het besluit van de VS om die (ongerechtvaardigde) heffingen op te leggen, leidt tot verstoring van de trans-Atlantische handel, schadelijk is voor bedrijven en consumenten, en vaak tot hogere prijzen leidt. Zie voor achtergrond informatie ook de Q&A van de Commissie.
De reactie van de Europese Commissie van 12 maart 2025 is gebaseerd op een aanpak in twee stappen:
In totaal zouden de tegenmaatregelen van de EU dus van toepassing kunnen zijn op de uitvoer van goederen uit de VS ter waarde van maximaal 26 miljard euro, wat overeenkomt met het economische gewicht van de heffingen van de VS.
De Commissie geeft aan dat de EU bereid blijft om met de regering van de VS samen te werken om via onderhandelingen tot een oplossing te komen. De genoemde maatregelen kunnen op elk moment worden teruggedraaid als een dergelijke oplossing wordt gevonden.
Het besluit van de Europese Commissie om de tegenmaatregelen uit 2018 en 2020 tegen de VS weer in te stellen, zal op 1 april 2025 onmiddellijk van kracht worden.
Het proces dat door de Commissie is gestart naar aanleiding van de nieuwe heffingen van de VS zal worden voortgezet in het kader van de handhavingsverordening van de EU (EU-Verordening 2014/654) , waarbij de maatregel van de VS als een vrijwaringsmaatregel wordt beschouwd. Als eerste stap in dit proces zal gedurende twee weken, tot 26 maart, een raadpleging van belanghebbenden plaatsvinden. Op basis van de verzamelde input zal de Commissie haar voorstel voor de vaststelling van tegenmaatregelen afronden en de lidstaten raadplegen in het kader van de zogenoemde comitéprocedure. De Commissie streeft ernaar om na afronding van die procedure, de rechtshandeling waarbij de tegenmaatregelen worden opgelegd, uiterlijk half april 2025 in werking te laten treden.
Meer informatie: Persbericht Europese Commissie ECER-dossier: Handelspolitiek