Europese Commissie verleent staatssteungoedkeuring aan IPCEI project over waterstofinfrastructuur

Contentverzamelaar

Europese Commissie verleent staatssteungoedkeuring aan IPCEI project over waterstofinfrastructuur

De Europese Commissie heeft binnen de EU-staatssteunregels goedkeuring verleend voor een derde belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (“IPCEI”). Het project heeft betrekking op de waterstofinfrastructuur en het IPCEI moet zorgen voor een groter aanbod van hernieuwbare waterstof. Daarmee wordt de afhankelijkheid van aardgas teruggedrongen.

Het gaat om het project genaamd IPCEI Hy2Infra. Het project is gezamenlijk opgezet en bij de Commissie voor staatssteungoedkeuring aangemeld door Nederland en zes andere EU-landen, namelijk: Frankrijk, Duitsland, Italië, Polen, Portugal en Slowakije. Het project past binnen de doelstellingen van de Europese Green Deal en REPowerEU. Het goedkeuringsbesluit van de Commissie voor Nederland zal binnenkort onder zaaknummer SA.102807 beschikbaar zijn via het Staatssteunregister op de website van DG Concurrentie.

Om een transparante, inclusieve en snellere opzet van IPCEI's te bevorderen, publiceerde de Europese Commissie in mei 2023 op de speciale IPCEI-website van DG Concurrentie ook al een “code of good practices”. Daarnaast heeft de Commissie een gezamenlijk Europees forum voor IPCEI’s opgezet (zie ook dit ECER-bericht).

De IPCEI Hy2Infra
De bij het project betrokken EU-landen verstrekken tot 6,9 miljard euro aan overheidsfinanciering, wat naar verwachting nog eens 5,4 miljard euro aan particuliere investeringen zal genereren. Binnen dit IPCEI nemen 32 bedrijven (waaronder mkb'ers) die in een of meer EU-landen actief zijn, deel aan 33 projecten.

IPCEI Hy2Infra bestrijkt een breed gedeelte van de waterstofketen en is gericht op:

  1. de uitrol van 3,2 GW aan grootschalige elektrolyse-installaties voor de productie van hernieuwbare waterstof,
  2. de uitrol van circa 2 700 km aan nieuwe en hergebruikte pijpleidingen voor de transmissie en distributie van waterstof,
  3. de ontwikkeling van grootschalige waterstofopslaginstallaties met een capaciteit van ten minste 370 GWh, en
  4. de bouw van terminals en aanverwante haveninfrastructuur voor de afhandeling van 6 000 ton vloeibare organische waterstofdragers (“LOHC's”) per jaar.

De deelnemers aan het project gaan ook samenwerken op het gebied van interoperabiliteit en gemeenschappelijke normen ter voorkoming van barrières en om de marktintegratie te bevorderen. Ook moet de geleidelijke opkomst van EU-brede waterstofinfrastructuur vanuit uiteenlopende regionale clusters worden bevorderd.

Een aantal projecten gaat naar verwachting binnenkort van start. Tussen 2026 en 2028 moeten diverse grootschalige elektrolyse-installaties operationeel worden. Voor de pijpleidingen is dit tussen 2027 en 2029, afhankelijk van het geografische gebied. Alle projecten moeten eind 2029 zijn afgerond. De tijdsplanning hangt af van het project en de bedrijven in kwestie.

IPCEI Hy2Infra is een aanvulling op het eerste en het tweede IPCEI voor waterstof. In juli 2022 gaf de Commissie groen licht voor IPCEI “Hy2Tech” (zie dit ECER-bericht) en in september 2022 aan IPCEI “Hy2Use” (zie dit ECER-bericht). Bij Hy2Infra gaat het om investeringen in infrastructuur die niet onder de eerste twee IPCEI's vallen.

Beoordeling door de Commissie
De Commissie heeft het project Hy2Infra getoetst aan de EU-staatssteunregels, en meer specifiek aan de mededeling over staatssteun aan belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) uit 2021. Die mededeling vermeldt de voorwaarden waaronder diverse EU-landen transnationale projecten die voor de EU van strategisch belang zijn, kunnen steunen op grond van artikel 107, lid 3, punt b), van het EU-Werkingsverdrag.

De Commissie heeft geconstateerd dat IPCEI Hy2Infra voldoet aan de voorwaarden die in die mededeling worden gesteld. Met name concludeerde de Commissie dat:

  • Het project past binnen een gemeenschappelijke doelstelling omdat het een stimulans geeft aan de uitrol van waterstofinfrastructuur die van belang is voor essentiële EU-beleidsinitiatieven als de Europese Green Deal, RePowerEU en de EU-waterstofstrategie.
  • Alle 33 IPCEI-projecten zijn zeer ambitieus omdat ze gericht zijn op de ontwikkeling van infrastructuur die verder gaat dan wat de markt op dit moment kan bieden.
  • Aan het IPCEI zijn ook wezenlijke financiële risico's verbonden. Daarom is overheidssteun noodzakelijk om ondernemingen aan te zetten tot de investeringen.
  • Steun aan individuele bedrijven blijft beperkt tot wat noodzakelijk en evenredig is en verstoort de mededinging niet al te zeer. Met name is de Commissie nagegaan of de totale geplande maximumbedragen aan steun in lijn zijn met de subsidiabele kosten van de projecten en de “financieringskloof” ervan. Indien IPCEI-projecten erg succesvol blijken en extra netto-opbrengsten opleveren, betalen de bedrijven een deel van de steun terug aan de betrokken lidstaat.
  • De technische kennis en ervaring die tijdens de bouw wordt opgedaan in de eerste jaren waarin de projecten lopen, wordt door de deelnemende bedrijven breed gedeeld: in publicaties, tijdens conferenties en in gezamenlijke aanbevelingen voor de ontwikkeling van gemeenschappelijke regels en technische normen. Daarmee ontstaan over heel Europa positieve uitstralingseffecten naar bedrijven en EU-landen die geen deel uitmaken van het IPCEI.

Al met al concludeerde de Commissie dat het project in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier : Staatssteun
ECER-dossier : Klimaat en Milieu
ECER-dossier : Onderzoek en technologie