Europese Rekenkamer brengt rapport uit over verbeteringen voor duurzaam bodembeheer

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer brengt rapport uit over verbeteringen voor duurzaam bodembeheer

Volgens het verslag is er veel ruimte voor verbetering van de bodemkwaliteit in Europa. De Europese Rekenkamer (ERK) staat kritisch tegenover de inspanningen van de EU om te zorgen voor duurzaam bodembeheer. Daarnaast vindt de ERK dat de Europese Commissie en de EU-landen te weinig gebruik hebben gemaakt van de financiële en wetgevingsinstrumenten waarover zij beschikken. Volgens de auditors zijn de EU-normen vaak niet ambitieus en richten lidstaten de financiering niet op gebieden met de meest urgente bodemproblemen.

Het gaat om Speciaal Verslag 2023/19 getiteld “Inspanningen van de EU om te komen tot duurzaam bodembeheer- Weinig ambitieuze normen, onvoldoende doelgerichtheid”. Het verslag is via de website van de ERK in te zien. Het verslag volgt op een analyse van de ERK waaruit blijkt dat 60 tot 70 procent van de bodems in Europa ongezond is, deels als gevolg van slechte praktijken op het gebied van bodem- en mestbeheer. Ten behoeve van de analyse werden vijf lidstaten, waaronder Nederland, onderzocht.

Achtergrond
De EU heeft zich ertoe verbonden de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties na te leven, waarvan er zeven direct of indirect gevolgen hebben voor de bodem. Momenteel bestaat er echter geen EU-brede definitie van duurzaam bodembeheer. De Europese Commissie bereidt een wetgevingsinitiatief voor inzake bescherming, beheer en herstel van EU-bodems, en heeft begin juli een voorstel voor een nieuwe EU-richtlijn met betrekking tot bodemgezondheid gepubliceerd (zie ook dit ECER-bericht).

Uit onderzoek blijkt dat het bodemecosysteem in Europa door verschillende factoren zal blijven verslechteren. Zo wordt voor ongeveer een kwart van de grond in de EU de aanbevolen duurzaamheidsdrempel voor erosie overschreden en dreigen daarnaast de meeste bodems in de EU aan biodiversiteit te verliezen. De bodem heeft stikstof nodig om planten te laten groeien. Een gebrek aan stikstof kan leiden tot bodemdegradatie, terwijl te veel stikstof onder meer waterverontreiniging kan veroorzaken. De meest vervuilende waarden in de EU in de periode 2012-2015 werden in Cyprus en Nederland waargenomen. Nederland had ook de hoogst bekende waarde tussen 2016 en 2019, de laatste periode waarvoor gegevens beschikbaar zijn.

De controle van de ERK die voor dit Speciaal Verslag werd verricht bestreek de periode 2014-2020 (waarvan de normen werden uitgebreid tot 2021 en 2022), en omvatte een vooruitblik op de periode 2023-2027. De auditors van de ERK onderzochten of de Europese Commissie en de lidstaten doeltreffend gebruik hebben gemaakt van de EU-instrumenten voor het duurzaam beheren van landbouwgrond en mest. Bij de controlesteekproef werden vijf EU-landen, waaronder Nederland, gecontroleerd (Duitsland, Ierland, Spanje en Frankrijk).

Het verslag
Een gezonde bodem levert voedingsstoffen, water en zuurstof en biedt een groeiplaats voor planten. Het overmatige gebruik van mest in de landbouw heeft echter negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit en de diversiteit van planten en dieren. EU-regels, zoals die voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de nitratenrichtlijn, bevorderen verbeteringen in het bodem- en mestbeheer. Volgens schatting van de auditors werd tussen 2014 en 2020 ongeveer 85 miljard euro aan GLB-financiering besteed aan de gezondheid van de bodem. De nitratenrichtlijn beperkt het gebruik van stikstof uit dierlijke mest in verontreinigde gebieden.

De auditors constateerden dat het EU-instrument waarmee wordt gezorgd dat landbouwers de milieuomstandigheden in acht nemen, het potentieel heeft om bedreigingen voor de bodem aan te pakken. De bijbehorende normen zijn namelijk van toepassing op 85 procent van de landbouwgrond. Deze omstandigheden, die landbouwers in acht moeten nemen om betalingen in het kader van het GLB te ontvangen, gaan echter volgens de auditors niet ver genoeg. De eisen die onderzochte EU-landen stellen aan de bodem vereisen nauwelijks veranderingen in landbouwpraktijken en kunnen de bodemgezondheid slechts marginaal verbeteren. Hoewel er enkele verbeteringen zijn aangebracht voor de periode 2023-2027, volstaan volgens de ERK de veranderingen die tot nu toe in sommige lidstaten zijn doorgevoerd niet en hebben ze mogelijk slechts weinig effect op duurzaam bodem- en mestbeheer.

Volgens het verslag hadden de EU-landen middelen moeten uittrekken voor gebieden met acute bodemproblemen. Zij hebben echter maar een klein deel van hun EU-middelen voor plattelandsontwikkeling -die worden gebruikt om vrijwillige milieuvriendelijke landbouw te ondersteunen- op deze manier besteed. Hun programma’s voor plattelandsontwikkeling bevatten weinig maatregelen voor mestbeheer, ondanks bekende problemen met stikstofoverschotten.

Door onvolledige gegevensverstrekking heeft de Commissie moeite om een overzicht te bieden van de manier waarop EU-landen de vereisten voor mestbeheer toepassen. Door deze lacunes kunnen de EU-gemiddelden ook niet worden berekend. Ook maken afwijkingen de beperkingen op bemesting minder doeltreffend. Tot slot merken de auditors op dat inbreukprocedures tegen landen in verband met de nitraatrichtlijn erg lang duren.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier: Klimaat en Milieu- Biodiversiteit