Europese Rekenkamer presenteert rapport over verbetering prestatiecontroles op EU-programma's

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer presenteert rapport over verbetering prestatiecontroles op EU-programma's

De kwaliteit van de prestatiebeoordelingen over EU-uitgavenprogramma’s door de Europese Commissie varieert volgens een door de Europese Rekenkamer gepresenteerd rapport nog steeds per programma. De Commissie zou beter moeten samenwerken met de lidstaten om de gegevens in de verslaglegging nog betrouwbaarder te maken.

Dit staat in een rapport van de Europese Rekenkamer (ERK) dat medio november is gepresenteerd. In het rapport onderzochten de controleurs van de ERK of de Commissie over een robuust proces voor jaarlijkse verslaglegging op hoog niveau over de prestaties van het beleid en de uitgavenprogramma’s van de EU beschikt en of de doelstellingen ervan op doeltreffende, efficiënte en zuinige wijze worden verwezenlijkt. Het rapport genaamd Verslag van de Europese Rekenkamer betreffende de prestaties van de EU-begroting- Stand van zaken eind 2019 is vooralsnog alleen in de Engelstalige versie beschikbaar.

Het is dit jaar voor het eerst dat de Europese Rekenkamer een dergelijk verslag publiceert waarin de resultaten en voortgang van de EU-programma’s aan het eind van 2019 op elk beleidsterrein van het meerjarig financieel kader onder de loep worden genomen. Het verslag is een proefverslag en maakt deel uit van de jaarlijkse verslaglegging van de ERK, welke ook nader is gereguleerd in artikel 287 van het EU-Werkingsverdrag. Het is een aanvulling op het Jaarverslag over de uitvoering van de EU-begroting betreffende het begrotingsjaar 2019 en beoogt tegemoet te komen aan de oproep van het Europees Parlement en de Raad om meer inzicht in de prestaties van elke Europese beleidslijn.

De laatste jaren ontwikkelt de jaarlijkse verslaglegging van de Commissie over de prestatiebeoordelingen per uitgavenprogramma zich van op zichzelf staande verslagen naar een samenhangender pakket. Hoewel de controleurs van mening zijn dat de beoordelingen door de Commissie in het beknoptere jaarlijkse beheers- en prestatieverslag op hoog niveau doorgaans een te positief beeld schetsen in vergelijking met de gedetailleerdere verslaglegging in de programmaverklaringen, is het volgens het rapport een positieve ontwikkeling dat tegenwoordig een verslaglegging per uitgavenprogramma plaatsvindt. Vanwege beperkte informatie die wordt verstrekt is een volledige prestatiebeoordeling van bepaalde programma’s volgens de controleurs nog steeds niet mogelijk.

De controleurs beoordeelden op basis van de voor 2019 gepresenteerde indicatoren of de programma’s op belangrijke terreinen van de EU-begroting op schema lagen om hun doelstellingen te behalen.

Op de volgende terreinen worden in het rapport conclusies getrokken:

  • Concurrentievermogen: Voor het EU-onderzoeksprogramma Horizon 2020 geldt dat het Europese meerwaarde biedt dankzij het unieke en pan-Europese karakter. Het European Fund for Strategic Investments (EFSI-fonds) ligt op schema maar een deel van de te mobiliseren investeringen had echter door de markt kunnen worden verzorgd.
  • Cohesie: slechts iets meer dan een derde van de indicatoren voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds laten tijdige vooruitgang zien. De uitbraak van COVID-19 heeft invloed gehad. Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O), armoede en sociale inclusie blijkt dat de programma’s niet aan de oorspronkelijke verwachting voldeden.
  • Natuurlijke hulpbronnen: de verslaglegging van de Commissie in 2019 over de prestaties van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) schets een te positief verhaal en is niet op resultaten gericht. Ten aanzien van het verlenen van financiële steun in het kader van GLB en de gevolgen daarvan zijn verbeteringen in verslaglegging denkbaar. De GLB maatregelen blijken weinig effect te hebben wat aanpak van de klimaatverandering betreft.
  • Veiligheid en burgerschap: het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) is relevant en heeft Europese meerwaarde, al wordt in de verslaglegging van de Commissie niet aangegeven of het fonds goede vooruitgang boekt in de richting van de doelstelling ervan. Op het gebied van integratie en legale migratie zijn er positieve resultaten te zien.
  • Europa als wereldspeler: voor het financieringsinstrument voor samenwerking met ontwikkelingslanden (FIS) verschaft de Commissie niet genoeg informatie voor een gedegen prestatiebeoordeling. Dit geldt ook voor het instrument voor de betrekkingen met de zuider- en oosterburen van de EU, al wijzen de indicatoren daar op een positieve trend qua armoedebestrijding, onderwijs, gendergelijkheid en menselijke ontwikkeling en een verslechtering aangaande consolidatie van democratie, rechtstaat en politiek stabiliteit.

De controleurs erkennen dat hun eerdere aanbevelingen ter verbetering van de prestaties van EU-programma’s in de praktijk zijn gebracht. Niettemin blijft er ruimte voor verbetering.

Meer informatie: