Europese Rekenkamer publiceert analyse over geleerde lessen uit het coronaherstelfonds

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer publiceert analyse over geleerde lessen uit het coronaherstelfonds

De Europese Rekenkamer (ERK) constateert in haar analyse van de crisisuitgaven ter waarde van 650 miljard euro dat het RRF, het coronaherstelfonds van de EU, verschillende tekortkomingen vertoont op het gebied van prestaties, verantwoordingsplicht en transparantie. De RRF heeft wel een cruciale rol gespeeld in het herstel van de EU na de pandemie, maar er is slechts beperkte informatie beschikbaar over de resultaten en geen informatie over de werkelijke kosten ervan. Daardoor is het onduidelijk of de EU-burgers echt waar voor hun geld krijgen. De auditors van de ERK roepen de beleidsmakers van de EU op om hieruit lessen te trekken bij het opstellen van toekomstige begrotingen op basis van prestaties in plaats van kosten.

Het gaat om de door de Europese Rekenkamer (ERK) op 6 mei 2025 gepubliceerde Analyse 02/2025: Prestatiegerichtheid, verantwoordingsplicht en transparantie — lessen die te trekken zijn uit de tekortkomingen van de RRF (de herstel- en veerkrachtfaciliteit).

De RRF werd in 2021 opgericht. Uit de faciliteit worden maatregelen (hervormingen en investeringen) gefinancierd op gebieden als de groene en de digitale transitie. EU-landen moeten de vooraf vastgestelde mijlpalen en streefdoelen in hun nationale plannen behalen om financiering te ontvangen. Dit is de eerste keer dat de EU op zo’n grote schaal gebruikmaakt van financiering die niet gekoppeld is aan kosten.

De auditors van de ERK benadrukken verschillende problemen rond de RRF in het licht van de lopende politieke discussies over de lange termijnbegroting van de EU na 2027. Ten eerste zijn ze van mening dat de RRF niet echt een prestatiegericht financieringsmechanisme is. In feite wordt bij de RRF meer nadruk gelegd op de voortgang van de uitvoering van projecten. Bovendien kunnen de efficiëntie van de uitgaven en de kosteneffectiviteit niet worden gemeten, aangezien de Europese Commissie geen gegevens over de werkelijke kosten verzamelt en er weinig informatie over de resultaten beschikbaar is.

De auditors benadrukken dat het belangrijk is om toekomstige uitgavenprogramma’s zodanig op te zetten en uit te voeren dat dit niet ten koste gaat van de verantwoordingsplicht. Ondanks recente verbeteringen zijn de controlewaarborgen van de RRF nog steeds niet robuust genoeg. Zo rekent de Commissie voornamelijk op de lidstaten voor het opsporen en corrigeren van ernstige onregelmatigheden en om ervoor te zorgen dat de nationale en EU-regels worden nageleefd. Hun controlesystemen schieten hierbij echter tekort. Daarnaast kan de uitvoerende macht van de EU geen financiële correcties opleggen, zoals het terugvorderen van middelen voor individuele inbreuken op aanbestedingsregels, behalve in gevallen van ernstige onregelmatigheden zoals fraude. Dit betekent dat de Commissie volledige betalingen kan doen, zelfs als er sprake is van onregelmatigheden bij overheidsopdrachten, zolang de overeengekomen mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt. Door de manier waarop mijlpalen en streefdoelen zijn vastgesteld, ontvangen sommige EU-landen bovendien aanzienlijke bedragen nog voordat ze de projecten hebben voltooid. Dit vormt een risico voor de financiële belangen van de EU, omdat lidstaten het geld uiteindelijk zouden kunnen houden zonder de projecten af te ronden.

De uitvoering van de RRF vordert wel, maar toch zijn er vertragingen die de realisatie van de doelstellingen in de weg staan. Het grootste deel van de maatregelen moet namelijk nog vóór augustus 2026 worden afgerond. Tegelijkertijd betekent de uitbetaling van EU-middelen aan nationale begrotingen niet dat het geld de eindontvangers en de reële economie heeft bereikt.

De RRF wordt bijna volledig gefinancierd door geld te lenen op de markten. De Commissie is erin geslaagd snel en met succes middelen voor de RRF aan te trekken. In de eerste jaren gebeurde dit toen de rentevoeten historisch laag waren. Sindsdien zijn de rentevoeten gestegen en tegen 2026 zouden de financieringskosten meer dan het dubbele van de oorspronkelijke ramingen kunnen bedragen. Samen met de terugbetalingen zal dit de toekomstige EU-begrotingen flink onder druk zetten. De auditors vinden het belangrijk dat de EU bij toekomstige leningen de renterisico’s goed onder controle houdt, en vooraf een plan opstelt voor de terugbetaling van leningen, waarin wordt aangegeven waar het geld vandaan zal komen. Dit was niet het geval voor de RRF.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier: Begroting