Europese Rekenkamer publiceert rapport over realisatie van klimaatdoelstellingen

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer publiceert rapport over realisatie van klimaatdoelstellingen

Het verslag over het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering constateert dat dit bondgenootschap zijn beloftes niet heeft waargemaakt. De auditors hebben weinig aanwijzingen gevonden dat de landen door dit initiatief weerbaarder zouden zijn geworden tegen klimaatverandering. Wat efficiëntie betreft, wordt geconstateerd dat de afgeronde acties over het algemeen de beoogde output hebben opgeleverd, soms echter tegen hoge kosten. De Commissie zou de aandacht moeten richten op degenen die het zwaarst door de klimaatverandering worden getroffen en de geleerde lessen in toekomstige initiatieven voor mondiale ontwikkeling en toekomstige hulpacties moeten verwerken.

Het gaat om het Speciaal verslag 04/2023 van de Europese Rekenkamer (ERK) van medio februari 2023 getiteld “Het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering + - De resultaten bleven achter bij de ambities”. Het verslag is beschikbaar via de website van de ERK.

Achtergrondinformatie
Het initiatief Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering - dat in 2007 door de EU is opgezet om arme ontwikkelingslanden te helpen bij het terugdringen van de klimaatverandering -  had geen eigen begrotingsonderdeel in het boekhoudsysteem van de Europese Commissie, maar werd gefinancierd door het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking en het Europees Ontwikkelingsfonds. De totale financiering voor het initiatief bedroeg 728,8 miljoen euro, inclusief bijdragen van de EU-landen: 308,8 miljoen euro voor de eerste fase (2007-2013) en 420 miljoen euro voor de tweede fase, het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering + (2014-2020).

In 2020 besloot de Commissie het initiatief niet voort te zetten met een volgende fase. In de periode 2021-2027 zal de Commissie maatregelen ter bestrijding van de klimaatverandering in ontwikkelingslanden financieren via thematische en geografische steun in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking.

Het rapport
De aanpak van het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering is gebaseerd op twee pijlers. De eerste pijler betreft de bevordering van de dialoog en kennisuitwisseling, en de tweede de verlening van technische en financiële steun voor maatregelen inzake adaptatie, mitigatie en risicobeperking bij rampen.

De auditors stellen in het verslag vast dat bij het initiatief de verbeteringen in de situatie van de begunstigden niet werden gemeten, en dat het initiatief onvoldoende was toegespitst op de behoeften van de zwaarst getroffenen. De hulp bereikte niet altijd degenen waarvoor deze bedoeld was, namelijk de meest kwetsbare begunstigden. Zo waren er maar weinig maatregelen met activiteiten die specifiek inspeelden op de behoeften van vrouwen, en waren sommige andere activiteiten voor de armste huishoudens onbetaalbaar. Succesvolle proefacties hadden ook kunnen worden opgeschaald, zodat meer mensen ervan konden profiteren.

Gedurende zijn gehele looptijd heeft het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering niet de verwachte aanvullende financiering van de EU-landen en de particuliere sector aangetrokken. Ondanks deze aanzienlijke financieringskloof heeft de Commissie de oorspronkelijke ambitieuze doelstellingen nooit herzien. Bovendien hebben de door de Commissie gehanteerde criteria voor de toewijzing van middelen in de tweede fase (Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering +, 2014-2020) naar verhouding tot minder steun aan de kwetsbaarste landen geleid.

De Commissie heeft volgens het verslag onvoldoende geanalyseerd of de begrote kosten van het merendeel van de door de auditors gecontroleerde acties wel redelijk waren. De beheerskosten van de acties liepen bijvoorbeeld sterk uiteen en waren vooral hoog in het Stille Oceaangebied. De auditors concludeerden dat er meer had kunnen worden bespaard als de kosten in meer detail waren geanalyseerd.

Een ander probleem dat wordt benoemd is de beperkte bekendheid en zichtbaarheid van het initiatief. Hoewel meer dan tachtig landen steun ontvingen via dit initiatief, was het amper bekend in de ontwikkelingslanden en de EU. Dit kwam deels doordat de gefinancierde acties niet te onderscheiden waren van andere EU-acties ter bestrijding van de klimaatverandering in ontwikkelingslanden. De efficiëntie van het initiatief werd ook beïnvloed door de complexiteit van de organisatie, met name door de overlap van ondersteunende faciliteiten en financieringsstromen.

Meer informatie:
Persbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier: Klimaat en Milieu
ECER-dossier: Ontwikkelingssamenwerking