Geen AOW-uitkering na vrijstelling premiebetaling

Contentverzamelaar

Geen AOW-uitkering na vrijstelling premiebetaling

Een Britse medewerkster van het consulaat-generaal van de VS kan in Nederland niet eerst vrijstelling van AOW-premiebetaling genieten en vervolgens toch een AOW-uitkering aanvragen. Dat heeft het EU-Hof geantwoord op vragen van de Centrale Raad van Beroep.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 15 januari 2015 in de zaak C-179/13, Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank tegen L. F. Evans.

Evans, die de Britse nationaliteit bezit, werkte sinds 1980 voor het consulaat-generaal van de Verenigde Staten van Amerika te Amsterdam. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft haar bij haar indiensttreding de in het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1963 bedoelde geprivilegieerdenstatus verleend, die haar onder meer vrijstelde van de meeste belastingen en sociale bijdragen. Een later aanbod om toch verzekerd te worden heeft zij afgeslagen. Evans is dus sinds 1980 bij geen enkele tak van de sociale zekerheid aangesloten geweest.

In 2008 heeft Evans de Sociale Verzekeringsbank gevraagd haar in kennis te stellen van de perioden waarin zij verzekerd was geweest krachtens de AOW met het oog op haar ouderdomspensioen. De Svb heeft Evans meegedeeld dat zij van 1973 tot 1980 verzekerd was geweest, maar niet voor het tijdvak waarin zij bij het consulaat-generaal van de Verenigde Staten van Amerika in dienst was geweest. Evans heeft daarop tegen het besluit van de Svb bezwaar gemaakt omdat zij vond dat de periode vanaf 1980 toch moest worden meegeteld.

De Centrale Raad van Beroep vraagt zich af of hier sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit.

Het EU-Hof antwoordt de CRvB als volgt.

Het verbod van discriminatie is van toepassing op personen op wie de socialezekerheidsverordening 1408/71 van toepassing is. Deze verordening is van toepassing op werknemers op wie de wetgeving van één of meer lidstaten van toepassing is of is geweest, en die onderdanen van één der lidstaten zijn.

Evans was echter sinds haar indiensttreding bij het consulaat-generaal van de Verenigde Staten van Amerika bij geen enkele tak van de Nederlandse sociale zekerheid aangesloten. Nederland mocht deze bijzondere uitsluiting op grond van het Verdrag van Wenen toepassen. Evans heeft naderhand vrijwillig de keuze gemaakt uitgesloten te blijven toen haar alsnog de mogelijk werd geboden zich te verzekeren.

Voorts kan het aangesloten zijn van een werknemer bij het socialezekerheidsstelsel van een lidstaat in de zin van verordening nr. 1408/71, niet zelfstandig door deze verordening worden bepaald, los van de nationale wetgeving die de aansluiting beheerst. Ook het Verdrag van Wenen van 1963 verlangt niet dat de leden van de consulaire post die duurzaam in de woonstaat verblijven verplicht zijn aangesloten bij een stelsel van sociale zekerheid van die staat.