Gelovig Polen moet gen-gewassen toelaten

Contentverzamelaar

Gelovig Polen moet gen-gewassen toelaten

Polen mag genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) die vrij verhandelbaar zijn in de EU niet de toegang tot de Poolse markt verbieden. Polen is van mening dat het verbod op de handel in GGO’s gehandhaafd kan blijven omdat het ‘is ingegeven door beginselen van christelijke en humanistische ethiek, die door de meerderheid van de Poolse bevolking wordt gedeeld’. Het EG-Hof van Justitie heeft echter geoordeeld dat Polen inbreuk maakt op de interne-marktregels.

De Europese richtlijn inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu bepaalt dat goedgekeurde GGO’s overal in de EU verhandelbaar moeten kunnen zijn. Polen besloot echter in 2003 dat GGO’s niet worden toegestaan. De Europese Commissie startte een inbreukprocedure.

Polen voerde in de procedure onder andere aan dat het verbod ethische doelstellingen nastreefde, omdat het grote publiek in Polen blijk heeft gegeven van hevige weerstand ten opzichte van GGO’s. Als Polen gedwongen wordt in te stemmen met de handel in GGO’s, dan is dat volgens Polen strijdig met haar ethische en religieuze opvattingen. Polen beroept zich op de naleving van een christelijke levensopvatting die zich ertegen verzet dat door God geschapen levende organismen worden gemanipuleerd.

Het Hof oordeelt dat Polen niet heeft aangetoond dat het verbod daadwerkelijk ethische en religieuze doelen nastreeft. Polen heeft enkel algemene beweringen aangevoerd over de publieke opinie in Polen en de gezindheid van Poolse parlementariërs. Hiermee is volgens het Hof niet vast komen te staan dat deze wetgeving ook daadwerkelijk is ingegeven door ethische en religieuze redenen. Ook wijst het Hof erop dat Polen zich in eerste instantie met name baseerde op de risico’s van GGO’s voor het milieu in Polen.