Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme banken in EU-Publicatieblad

Contentverzamelaar

Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme banken in EU-Publicatieblad

De Bankenunie wordt steeds meer werkelijkheid. Vandaag verschijnt in het Publicatieblad de verordening die een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme in het leven roept. In een honderdtal artikelen worden regels gegeven om desnoods binnen een weekend een omvallende bank te redden of gecontroleerd af te wikkelen. Het Duitse Constitutionele Hof moet zich binnenkort buigen over de verenigbaarheid van het bankentoezicht met de EU-verdragen.

Het gaat om verordening (EU) Nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010, PB 2014, L 225 van 30.7.2014, blz. 1–90.

De verordening zal vanaf 19 augustus 2014 tot 1 januari 2016 in fasen in werking treden. De verordening wordt geflankeerd door een verdrag tussen de eurolanden en enkele andere staten, waarbij een fonds wordt ingesteld om de kosten voortaan op de banken zelf te laten neerkomen en niet langer op de belastingbetalers.

Onder het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM) moet de Europese Centrale Bank signaleren of een bank die onder het gemeenschappelijke bankentoezicht (Single Supervisory System, SSM) valt in zodanig ernstige financiële problemen is gekomen dat deze moet worden ontbonden. Een nieuw in te stellen Afwikkelingsraad (Single Resolution Board, SRB), bestaande uit vertegenwoordigers van de ECB, Europese Commissie en de betrokken nationale resolutieautoriteiten, bereidt de afwikkeling voor. Onder toezicht van de Afwikkelingsraad voeren nationale resolutieautoriteiten uiteindelijk het besluit uit.

De instrumenten van het SRM zijn: verkoop van een bank, tijdelijke overdracht aan een «brugbank», oprichting van een «bad bank» en bail-in van crediteuren. In exceptionele omstandigheden kan het afwikkelingsfonds worden ingezet. Dit fonds moet worden gefinancierd met bijdragen uit de bancaire sector vanuit de deelnemende lidstaten, wordt in tien jaar opgebouwd, en krijgt een minimale omvang van 1% van de gedekte deposito’s van de deelnemende banken (circa 55–60 miljard euro).

Inmiddels heeft een groep Duitse hoogleraren een grondwetklacht ingediend bij het Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe over de vraag of de rol van de ECB in het gemeenschappelijke bankentoezicht (Single Supervisory System, SSM) verenigbaar is met de EU-verdragen en bijgevolg met de Duitse Grondwet. Lees meer hier en hier.

Lees ook