Gerecht moet arrest roetfilters overdoen

Contentverzamelaar

Gerecht moet arrest roetfilters overdoen

Nederland kan wel degelijk aantonen dat er een specifiek probleem bestaat in Nederland als het gaat om luchtvervuiling door fijnstof, ook in vergelijking met andere lidstaten. De afwijzing van het verzoek van Nederland om roetfilters verplicht te mogen stellen voor dieselauto’s moet opnieuw worden getoetst. De Europese Commissie is te gemakkelijk voorbij gegaan aan de door Nederland aangeleverde informatie. Dit adviseert Advocaat-Generaal Juliane Kokott het EG-Hof in het hoger beroep dat Nederland heeft ingesteld tegen een arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg.

Richtlijn 98/69/EG inzake de luchtvervuiling door motorvoertuigen regelt de grenswaarde van de uitstoot van fijnstof door motorvoertuigen. Nederland wil graag een strengere grenswaarde invoeren. In de praktijk komt dit neer op het verplicht plaatsten van roetfilters op dieselmotoren. Het verzoek om af te wijken van de grenswaarde werd door de Commissie afgewezen met als reden dat er in Nederland geen specifieke problemen zijn met betrekking tot fijnstof in vergelijking met de andere lidstaten. Deze beslissing werd door het Gerecht van Eerste Aanleg in stand gehouden. Nederland heeft zich in een hogere voorziening bij het Hof gekeerd tegen dit arrest van 27 juni 2007.

Volgens Kokott heeft de Commissie onvoldoende rekening gehouden met alle door Nederland aangeleverde informatie. Een rapport over de luchtkwaliteit in Nederland in 2004 is door de Commissie onterecht niet meegenomen in de beslissing Uit dat rapport bleek dat de grenswaarden voor vervuiling in alle zones van Nederland waren overschreden.

Het Gerecht geeft in het bestreden arrest volgens Kokott blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het Gerecht had rekening moeten houden met de specifieke omstandigheden in Nederland, zoals de bevolkingsdichtheid, de verkeersintensiteit en het feit dat veel Nederlanders langs verkeersaders wonen. Ook betekent de term ‘specifiek’ (artikel 95, lid 5 EG) niet dat de situatie in Nederland zich moet onderscheiden van alle andere lidstaten. Het is voldoende dat de situatie ‘ongewoon’ is. Een situatie is al ongewoon en specifiek als de geldende norm niet wordt gehaald. Nederland had dus alle reden om strengere grenswaarden in te voeren.