Gerecht van Eerste Aanleg 20 jaar!
Nieuwsbericht | 30-09-2009
Doel van de oprichting van het Gerecht 20 jaar geleden was om zaken met complexe feiten weg te halen bij het Hof van Justitie zodat die instelling zijn kerntaak kon concentreren: uniforme uitlegging van het Europese gemeenschapsrecht. Met name mededingingszaken zijn hiervoor geschikt. Verder kunnen burgers, bedrijven bij het Gerecht beroep aantekenen tegen besluiten van de EU-instellingen die hen individueel raken. Hierdoor is de toegang tot de Europese rechter verbeterd.
De zaken die aan het Gerecht worden voorgelegd zijn vaak omvangrijk en technisch. Een goed voorbeeld van een zeer omvangrijk zaak is de zaak BUPA. Het Gerecht had 348 overwegingen nodig om tot een oordeel te komen. De zaken betreffende gemeenschapsmerken nemen sterk toe. Op 30 september 2009 oordeelde het Gerecht nog dat een uitroepteken (tevens gebruikt in de titel van dit bericht) niet kan worden ingeschreven als gemeenschapsmerk. Die zaak was aangespannen door parfummerk JOOP!
President van het Gerecht Marc Jaeger noemt een aantal maatregelen om de werklast te verlichten:
Door het toegenomen aantal zaken duren procedures bij het Gerecht erg lang, vaak jarenlang. Hierdoor kan het recht om een zaak binnen een redelijke termijn berecht te zien in het geding komen. Op 16 juli 2009 heeft het Hof van Justitie in de zaak der GrĂ¼ne Punkt geoordeeld dat het Gerecht, door meer dan 5 jaar over de behandeling van een zaak te doen, de redelijke termijn heeft overschreden.
Jeager pleit daarom ook voor een herziening van de procedure en organisatie van het Gerecht. Bijvoorbeeld door specialistische gerechten op te richten, zoals is gebeurd met de oprichting van een Gerecht voor Ambtenarenzaken. Hij geeft hiermee expliciet een alarmsignaal af richting Brussel.