Gewijzigde procedureregels EU-Gerecht per 1 april

Contentverzamelaar

Gewijzigde procedureregels EU-Gerecht per 1 april

Met de gewijzigde procedureregels worden een aantal bepalingen verduidelijkt of vereenvoudigd en blijft het EU-Gerecht streven naar een moderne en efficiënte rechtspleging. De wijziging van het Reglement voor de procesvoering van het EU-Gerecht moet gaan leiden tot optimale tijdsbenutting en tot de mogelijkheid om bij pleitzittingen gebruik te maken van videoconferentie. Ook moet het een proactief beheer van zaken bevorderen en houdt het rekening met de ontwikkeling van de regelgeving betreffende de bescherming van persoonsgegevens.

De wijzigingsvoorstellen voor de procedureregels zijn bekrachtigd door het EU-Hof en goedgekeurd door de Raad van de Europese Unie. De wijzigingen beperken met name de gevallen waarin verzuimen in memories moeten worden hersteld en omvatten ook oplossingen waarvoor het EU-Gerecht en haar griffie hebben gekozen waarmee aan bepaalde behoeften wordt beantwoord.

De nieuwe procedureregels treden per 1 april 2023 in werking en komen beschikbaar via de Curia-website onder Gerecht – Procedure
https://curia.europa.eu/jcms/jcms/Jo2_7040/

Videoconferentie
Er wordt voorzien in de mogelijkheid om tijdens pleitzittingen gebruik te maken van videoconferentie, door hiervoor een juridisch en technisch kader vast te stellen. Dit hulpmiddel bleek essentieel voor de continuïteit van de rechtspleging gedurende de covidcrisis. Het verzoek om via videoconferentie aan een pleitzitting deel te nemen, kan worden ingediend door de vertegenwoordiger die de terechtzitting niet fysiek kan bijwonen om „gezondheidsredenen, veiligheidsredenen of andere ernstige redenen” (artikel 107 bis van het Reglement voor de procesvoering). De technische vereisten waaraan moet zijn voldaan om aan zittingen deel te nemen via videoconferentie worden nader bepaald in de praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering. Tot slot zijn er „Praktische aanbevelingen voor vertegenwoordigers die pleiten via videoconferentie” opgesteld.

Elektronische handtekening
Ter bevordering van een moderne en efficiënte rechtspleging is het EU-Gerecht in maart 2022 begonnen zijn arresten en beschikkingen elektronisch te ondertekenen. De praktische uitvoeringsbepalingen voor het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht preciseren voortaan de wijze van ondertekening van zijn beslissingen met een gekwalificeerde elektronische handtekening en de regels voor de duurzame en beveiligde opslag van de originele elektronische versies van deze documenten.

Proactief beheer
De in de procedureregels aangebrachte wijzigingen bieden het EU-Gerecht nieuwe mogelijkheden om te voldoen aan het vereiste van proactief beheer van de zaken en zijn in lijn met de overwegingen in het jaarverslag van 2020 van het EU-Hof.

Pilotzaak
Artikel 71 bis van het Reglement voor de procesvoering verankert het begrip „pilotzaak”. Wanneer in verschillende aanhangige zaken dezelfde rechtsvraag aan de orde is, kan overeenkomstig dit artikel in bepaalde gevallen één van deze zaken aangeduid worden als pilotzaak en de behandeling van de andere zaken worden geschorst. Hierbij worden nieuwe waarborgen geboden: de pilotzaak wordt bij voorrang behandeld en de partijen bij de geschorste zaken worden gehoord bij de hervatting van de behandeling van hun zaak.

Gemeenschappelijke pleitzitting
Artikel 106 bis van het Reglement voor de procesvoering stelt het EU-Gerecht in staat om een gemeenschappelijke pleitzitting te houden indien er sprake is van punten van overeenstemming tussen meerdere zaken, ongeacht of is voldaan aan de voorwaarden voor voeging.

Gegevensbescherming
Het EU-Gerecht houdt ook rekening met de ontwikkeling van de regelgeving betreffende de bescherming van persoonsgegevens van natuurlijke personen in de Europese Unie. Zijn Reglement voor de procesvoering maakt voortaan een duidelijk onderscheid tussen de behandeling van persoonsgegevens van natuurlijke personen (artikel 66) en de behandeling van andere gegevens dan persoonsgegevens (artikel 66 bis). De mededeling „Weglating van gegevens ten opzichte van het publiek in gerechtelijke procedures” herinnert aan de noodzaak om al bij de neerlegging van het eerste processtuk bij afzonderlijke akte te verzoeken om weglating van gegevens, teneinde te voorkomen dat de betrokken gegevens vroegtijdig worden verspreid via het internet.

Voor de partijen nuttige documenten
Tot slot heeft het EU-Gerecht een aantal voor de vertegenwoordigers van partijen nuttige documenten bijgewerkt (Aide-mémoire – Verzoekschrift, Model van samenvatting van de in het verzoekschrift aangevoerde middelen en voornaamste argumenten, Aide-mémoire – Pleitzitting, Mededeling inzake de weglating van gegevens ten opzichte van het publiek in gerechtelijke procedures). Ook zijn er nieuwe documenten opgesteld om de vertegenwoordigers van partijen te helpen bij het voorbereiden van hun beroepen (middels de terbeschikkingstelling van modelverzoekschriften) en om hen te begeleiden wanneer zij toestemming hebben gekregen om per videoconferentie te pleiten (Praktische aanbevelingen voor vertegenwoordigers die pleiten via videoconferentie).

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER-website: Tab EU-Hof- Procedureregels