Hervorming van de financiering van het externe optreden van de EU

Contentverzamelaar

Hervorming van de financiering van het externe optreden van de EU

De EU heeft met de vaststelling van het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) een groot aantal instrumenten ter financiering van het externe optreden van de Europese Unie samengevoegd. De financiering uit het NDICI kan onder meer worden gebruikt om hervormingen in buurlanden van de EU te ondersteunen en om de armoede terug te dringen in derde landen.

Het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale ontwikkeling is vastgesteld in verordening 2021/947 . Deze verordening is op 14 juni 2021 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU.

Achtergrond

De Europese Unie heeft in de afgelopen decennia diverse instrumenten ter financiering van het externe optreden van de EU in het leven geroepen. In het kader van het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 heeft de EU besloten om het merendeel van deze instrumenten samen te voegen in één breed instrument. Dit instrument heet het Instrument voor Nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) en is voor de periode 2021 tot 2027 vastgesteld. Onder meer de volgende instrumenten zijn samengevoegd in het NDICI:

Het instrument

Geografische programma’s

Het Instrument voor Nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) wordt ten uitvoer gelegd op basis van drie pijlers. Ten eerste wordt het instrument uitgevoerd door middel van geografische programma’s. De geografische programma’s hebben betrekking op de samenwerking tussen de EU en één of meer landen die deel uitmaken van het Europees Nabuurschapsbeleid, landen die in Afrika ten zuiden van de Sahara liggen en de landen in Azië, de Stille Oceaan, Noord-Amerika, Midden-Amerika, Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Geografische programma’s kunnen geen betrekking hebben op (potentiele) kandidaat-lidstaten van de EU (zie het ECER-dossier over uitbreiding van de EU) en de landen en gebieden overzee van de EU (zie het ECER-dossier over de landen en gebieden overzee).

De samenwerking in het kader van de geografische programma’s vindt met name plaats met betrekking tot goed bestuur, democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten (waaronder gendergelijkheid). Ook wordt samengewerkt op het gebied van de uitbanning van armoede, migratie en de terugdringing van ongelijkheid en discriminatie. Daarnaast werken de EU en de niet-EU-landen samen op het gebied van milieu, klimaatverandering, inclusieve en duurzame economische groei, vrede, stabiliteit en conflictpreventie.

De middelen voor de geografische samenwerking bedragen 60,39 miljard euro voor de periode 2021-2027.  

Thematische programma’s

Ten tweede wordt het instrument uitgevoerd door middel van thematische  programma’s. De thematische programma’s omvatten acties die verband houden met mensenrechten, democratie, maatschappelijke organisaties, vrede, stabiliteit, conflictpreventie en mondiale uitdagingen. Thematische programma’s kunnen betrekking hebben op alle niet-EU-landen.

De acties met betrekking tot de mensenrechten en democratie zien onder meer op de bevordering van de fundamentele waarden van de democratie, de rechtstaat, de mensenrechten, de eerbiediging van de menselijke waardigheid en de beginselen van non-discriminatie, gelijkheid en solidariteit.

In het kader van de maatschappelijke organisaties moet het NDICI bijdragen aan de ontwikkeling van een inclusief, participerend, sterk en onafhankelijk maatschappelijk middenveld in derde landen. Ook moet een inclusieve en open dialoog met en tussen maatschappelijke actoren in de derde landen worden bevorderd.

De financiering uit het NDICI kan ook worden ingezet voor de financiering van mondiale uitdagingen. Het gaat onder meer om mondiale uitdagingen op het gebied van volksgezondheid, onderwijs, gendergelijkheid, de versterking van de positie van vrouwen en meisjes, migratie, sociale bescherming, cultuur, duurzame energie, klimaatverandering en voedselzekerheid,

De middelen voor de thematische programma’s bedragen 6,36 miljard euro voor de periode 2021-2027.

Acties voor snelle respons

Ten derde wordt het instrument uitgevoerd door middel van acties voor snelle respons. De acties voor snelle respons maken het mogelijk om snel actie te kunnen ondernemen om bij te dragen aan vrede, stabiliteit en conflictpreventie in noodsituaties, situaties van dreigende crises en crisis- en postcrisissituaties. De acties voor snelle respons kunnen betrekking hebben op alle derde landen, alsmede op de landen en gebieden overzee (LGO) van de EU.

De middelen voor de acties voor snelle respons bedragen 3,18 miljard euro voor de periode 2021-2027.

Meer informatie: