Het Hof van Justitie let op de kleintjes

Contentverzamelaar

Het Hof van Justitie let op de kleintjes

Het EG-Hof heeft in de zaak Ahold arrest gewezen in het voordeel van de Nederlandse schatkist. De Nederlandse belastingdienst mag de afronding naar beneden van BTW- bedragen aan de kassa’s van de AH-supermarkten tegengaan.. Over alle kruideniers in Nederland zou dat 100 miljoen euro hebben gescheeld. AH mag dan op de kleintjes letten, de fiscus denkt groot.

Albert Heijn hanteert, zo is gebleken, verschillende methoden om de BTW te berekenen die de klant moet betalen over een mand boodschappen. De normale praktijk is dat over het totaalbedrag van de boodschappen de BTW wordt berekend. De uitkomst van deze berekening wordt vervolgens afgerond. Als de derde decimaal van deze geldsom het cijfer 5 niet heeft bereikt, wordt er naar beneden afgerond. Het cijfer 5 of meer wordt naar boven afgerond.

Twee filialen van Albert Heijn bleken een andere methode toe te passen. Niet de totaalbon, maar elk product afzonderlijk was het voorwerp van de berekening. Bij deze berekening per product werd er echter telkens naar beneden afgerond, ongeacht het decimaal. Albert Heijn verzocht hierna terugbetaling door de belastingdienst van 1414 € als gevolg van de toepassing van deze methode. Dit werd afgewezen en het geschil belandde uiteindelijk voor de Hoge Raad, die vragen stelde aan het Hof van Justitie.

Er bestaat communautaire regelgeving voor de harmonisatie van de BTW- regels in Europa, in de vorm van richtlijnen. Deze zwijgt echter over de afronding van BTW- bedragen. De eerste vraag van de Hoge Raad aan het Hof is dan ook of deze kwestie überhaupt een communautaire is.

Het Hof kijkt, bij afwezigheid van een specifieke verwijzing in de richtlijnen, naar het doel en de systematiek van de regelgeving op dit gebied. Het doel is harmonisatie van wetgeving ten behoeve van de goede werking van de interne markt en het effectief kunnen functioneren van de nationale belastingdiensten. Een communautaire afrondingsmethode valt niet te rechtvaardigen binnen dit kader. Het staat dus aan de lidstaten dit te regelen.

Nederland mag dus zelf bepalen hoe er moet worden afgerond, zolang deze methode maar voor iedereen gelijk geldt ( fiscale neutraliteit) en evenredig is. Het Europese recht verplicht niet tot het toestaan van afronding naar beneden, zoals Albert Heijn had gedaan.

Ondanks het voorwerp van de oorspronkelijke procedure (1414 €), is het geschil tussen Ahold en de belastingdienst inmiddels opgelopen tot meer dan 100 miljoen euro. Mogelijk zijn er meer bedrijven die deze afrondingsmethode toepassen. De uitspraak van het Hof heeft uiteraard gevolgen voor het gehele BTW- stelsel in Nederland en Europa.