Hof spreekt zich uit over Italiaanse strafrechtelijke handhaving in de kansspelsector

Contentverzamelaar

Hof spreekt zich uit over Italiaanse strafrechtelijke handhaving in de kansspelsector

Het Hof heeft aangegeven dat tegen personen die kansspelen organiseren zonder vereiste concessie of vergunning geen strafprocedure kan worden ingeleid indien de voorafgaande weigering om de vergunning of concessie te verlenen in strijd is met het gemeenschapsrecht.

Gevoegde zaken C-338/04, C-359/04 en C-360/04 Placanica

In Italië is voor deelneming aan de organisatie van kansspelen een concessie en een vergunning vereist. Inbreuken op deze regelgeving kunnen strafrechtelijk gesanctioneerd worden.
Stanley International Betting, een Britse vennootschap, opereert in de Italiaanse kansspelsector middels agentschappen. De beheerders van deze agentschappen zijn niet in het bezit van een vergunning. Deze wordt alleen verleend aan houders van concessies, en naar Italiaans recht wordt aan beursgenoteerde ondernemingen zoals Stanley geen concessie verleend. Tegen drie van Stanley's beheerders wordt een strafprocedure ingeleid. Aangezien de rechter vraagtekens plaats bij de verenigbaarheid van de Italiaanse wetgeving met het gemeenschapsrecht, worden er prejudiciële vragen aan het Hof gesteld.

Het Hof geeft allereerst aan dat de Italiaanse regelgeving in strijd is met het vrij verkeer van vestiging en diensten. Deze beperkingen van het vrij verkeer kunnen evenwel gerechtvaardigd zijn op grond van het Verdrag of dwingende redenen van algemeen belang. Het Hof geeft hierbij aan dat een stelsel van concessies een doeltreffend mechanisme kan vormen om marktdeelnemers te controleren met het doel de exploitatie van kansspelsector activiteiten voor criminele of frauduleuze doeleinden te voorkomen.

Vervolgens gaat het Hof in de op de uitsluiting van beursgenoteerde ondernemingen van de kansspelsector. De weigering om concessies te verlenen aan deze ondernemingen is in strijd met het Verdrag. Dit betekent ook dat Stanley's beheerders in deze niet kan worden verweten dat zij zonder vergunning kansspelen hebben georganiseerd: de voorafgaande concessie is immers in strijd met het gemeenschapsrecht geweigerd.

Uit de rechtspraak blijkt dat een lidstaat geen strafsanctie kan opleggen indien niet aan een administratieve formaliteit is voldaan, wanneer het voldoen aan deze formaliteit in strijd met het gemeenschapsrecht is geweigerd of onmogelijk is gemaakt. Gezien de door het Hof geconstateerde schendingen van het gemeenschapsrecht heeft dit tot gevolg dat Italië in casu geen strafrechtelijke sancties mag opleggen.