Instellingen wisselen gedachten over EU-Handvest

Contentverzamelaar

Instellingen wisselen gedachten over EU-Handvest

De Raad van de Europese Unie heeft in Raadsconclusies het belang van het EU-Handvest voor de grondrechten onderstreept. De Europese Commissie en het Europees Parlement gaven al eerder hun visie op het Handvest. In de conclusies staat wat er onlangs op het terrein van fundamentele rechten is ondernomen door de Raad.

In 2010 presenteerde de Europese Commissie een strategie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest. De Commissie deed vervolgens in 2011 voor de eerste keer verslag aan de Raad en het EP over de toepassing van het Handvest.

In december 2010 nam het EP een resolutie aan over de effectieve implementatie van het Handvest. De Raad kon daarom niet achterblijven.

De Raad noemt als belangrijke stap dat de voormalige ad hoc Groep grondrechten en burger­schap eind 2009 een permanente status is verleend en haar met alle aangelegenheden inzake grondrechten, burgerrechten en vrij verkeer van personen heeft belast. Die groep (FREMP: Fundamental Rights, Citizens Rights and Free Movement) is in zijn huidige vorm in 2010 operationeel geworden. Deze groep speelt ook een belangrijke rol voor de toetreding van de EU tot het EVRM, als comité dat overlegt met de Europese Commissie die als onderhandelaar optreedt namens de EU.

Verder noemt de Raad een aantal van zijn besluiten die fundamentele rechten raken. Zo noemt de Raad bijvoorbeeld onder het kopje ‘waardigheid’ de aanvulling op de Schengencode op het gebied van de bewaking van de maritieme buitengrenzen in het kader van Frontex waarin waarborgen zijn opgenomen voor een waardige behandeling van migranten op zee.

De Raad verzoekt de lidstaten de burgers voor te lichten over de toepassing van het Handvest, en meer bepaald over de wijze waarop zij zich over hun rechten kunnen informeren. Ook wil de Raad dat de lidstaten bij de toepassing van EU-recht te blijven toezien op de correcte naleving van de bepalingen van het Handvest.