Jaarbericht 2021 van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij de EU-hoven gepubliceerd

Contentverzamelaar

Jaarbericht 2021 van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij de EU-hoven gepubliceerd

Het zestiende jaarbericht van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij het Hof van Justitie van de Europese Unie geeft inzicht in de werkzaamheden van de Nederlandse procesvertegenwoordiging en de inbreng van de Nederlandse regering in zaken die in 2021 door de Europese hoven (het EU-Hof van Justitie, het EU-Gerecht en het EVA-Hof) zijn afgedaan.

Het Jaarbericht 2021 beschrijft onder meer dat de Nederlandse regering in 2021 in 62 zaken die de Europese hoven in 2021 hebben afgedaan een bijdrage heeft geleverd. Van de in totaal 54 prejudiciële uitspraken waarin de Nederlandse regering schriftelijke opmerkingen heeft ingediend, zijn er 15 gewezen naar aanleiding van verwijzingsuitspraken van Nederlandse rechters. De Nederlandse regering heeft in één zaak beroep ingesteld en heeft in 7 rechtstreekse zaken geïntervenieerd aan de zijde van één van de hoofdpartijen bij het geschil. Het oordeel van de Europese hoven van de in dit jaarbericht besproken zaken komt in ruime meerderheid overeen met het door de Nederlandse regering ingebrachte standpunt.

In 2021 waren ook nog steeds de gevolgen van de COVID-19 crisis merkbaar bij de Europese hoven. De negatieve reisadviezen in de verschillende lidstaten leidde er onder meer toe dat partijen niet altijd konden afreizen naar Luxemburg. In dat licht heeft het Hof het mogelijk gemaakt dat partijen via videoconferentie konden deelnemen aan de mondelinge behandeling in Hofzaken. Ook in 2021 heeft Nederland op deze wijze een aantal keer aan een zitting van het Hof deelgenomen.

De COVID-19 crisis heeft in 2021 ook zijn sporen nagelaten in de rechtspraak: op verzoek van Ryanair vernietigde het Gerecht de goedkeuring door de Europese Commissie van de door Nederland, vanwege de COVID-19 crisis, aan KLM verleende steun. Vanwege de grote implicaties van de vernietiging gaf het Gerecht evenwel de Commissie de gelegenheid de geconstateerde gebreken te herstellen door binnen twee maanden een nieuw besluit vast te stellen.

Verder heeft het Hof in 2021 wederom een aantal belangrijke uitspraken gedaan over het beginsel van de rechterlijke onafhankelijkheid en de rechtsstaat (rule of law). Deze uitspraken hadden onder meer betrekking op Roemeense hervormingen op het gebied van de rechterlijke organisatie (zaak C-83/10 e.a.), en de Poolse tuchtregeling voor rechters (zaak C-791/19).

Hoewel het Hof veelal in lijn met de Nederlandse inzet uitspraak doet, moet Nederland soms ook verliezen incasseren. Zo verwierp het Hof het door Nederland ingestelde beroep tegen het door de Raad en het Europees Parlement ingestelde verbod op pulsvisserij (zaak C-733/19).

Het Jaarbericht 2021 is in twee hoofdstukken ingedeeld. Het eerste hoofdstuk geeft een overzicht van de werkzaamheden van de Nederlandse procesvertegenwoordiging in Luxemburg. Het tweede hoofdstuk bevat een nadere toelichting op de uitspraken in zaken waaraan Nederland heeft deelgenomen, op thema gerangschikt. Het betreft in totaal 20 verschillende thema’s, variërend van Asiel en Migratie, Fiscaal recht, Rechtsstaat, Sociale Zekerheid, Telecom, tot Vrij verkeer. Bij het jaarbericht is een drietal bijlagen gevoegd met diverse overzichten en statistieken van afgedane zaken met Nederlandse inbreng, aanhangige zaken waaraan Nederland meedoet en over Nederlandse inbreng bij het EU-Hof.

Meer informatie:
ECER-website: EU-Hof
ECER-website: EU-Hof- Jaarverslagen Procesvoering Nederland
ECER-bericht: Jaarbericht 2020 van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij het EU-hoven gepubliceerd (26 oktober 2021)