Jaaroverzicht 2024 van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij de EU-hoven gepubliceerd
Nieuwsbericht | 11-06-2025
Het jaarbericht van de Nederlandse procesvertegenwoordiging over 2024 werd begin juni gepubliceerd en is hier in te zien.
De zaken die de Europese hoven behandelen hebben betrekking op uiteenlopende onderwerpen waar wij in onze samenleving dagelijks mee te maken hebben. Zo zijn er in 2024 uitspraken gedaan in zaken over de bescherming van consumenten in verband met de zogeheten Buy Now, Pay Later-diensten en over bescherming van persoonsgegevens bij gebruik van data van alle leden door de Nederlandse tennisbond. Een andere opvallende uitspraak, die ook in de landelijke media de nodige aandacht kreeg, heeft betrekking op de tijdelijke bescherming die Nederland heeft geboden aan zogeheten ‘derdelanders’ die een tijdelijke verblijfsvergunning hadden in Oekraïne ten tijde van het uitbreken van de oorlog daar. Het EU-Hof heeft ook een belangwekkende uitspraak gedaan in een zaak waarin schadevergoeding werd gevorderd van de Europese Unie wegens het tekortschieten van de rechtsstaatmissie van EULEX in Kosovo. Deze zaak is van belang voor de mogelijke toetreding van de Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Omdat de rechtspraak van de Europese hoven van invloed is op de bescherming van de belangen van Unieburgers en ook grote invloed kan hebben op het Nederlandse recht en beleid, brengt de Nederlandse regering actief haar visie naar voren in zaken bij de Europese hoven.
In totaal heeft de Nederlandse regering een bijdrage geleverd in 55 zaken die de Europese hoven in 2024 hebben afgedaan. 49 uitspraken betroffen prejudiciële zaken bij het EU-Hof van Justitie, waarvan in 21 zaken Nederlandse rechters vragen stelden over de uitleg van het Unierecht. Het Hof heeft 1 uitspraak gedaan in een hoger beroepszaak in een procedure van de Commissie tegen Nederland. Verder heeft de Nederlandse regering in 5 rechtstreekse zaken geïntervenieerd aan de zijde van één van de hoofdpartijen bij het geschil. In 2024 waren er geen uitspraken van het EVA-Hof in zaken waaraan de Nederlandse regering een bijdrage heeft geleverd. Het oordeel van de Europese hoven van de in dit jaarbericht 2024 besproken zaken komt in meerderheid overeen met het door de Nederlandse regering ingebrachte standpunt.
In 2024 speelde er een bijzondere ontwikkeling in de organisatie van het Hof van Justitie. Vanaf 1 oktober 2024 is ook het EU-Gerecht bevoegd om uitspraak te doen in prejudiciële zaken die zien op vijf afgebakende onderwerpen: het gemeenschappelijk btw-stelsel, accijnzen, het douanewetboek, de tariefindeling van goederen, compensatie voor en bijstand aan passagiers bij instapweigering of bij vertraging of annulering van vervoersdiensten en het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten. Het zal nog even duren voordat het Gerecht in dit kader arresten heeft gewezen. In dit jaarbericht 2024 zijn daarom nog geen prejudiciële uitspraken van het Gerecht met Nederlandse deelname opgenomen. Wel is reeds de eerste Nederlandse verwijzingsuitspraak door het EU-Hof voor verdere behandeling doorgezonden aan het Gerecht. Dit betreft een prejudiciële verwijzing van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 18 december 2024 in een accijnszaak (T-690/24, Kolinsen).
Een andere bijzonderheid was dat in oktober 2024 de termijn eindigde van de Nederlandse rechter in het EU-Hof, Sacha Prechal. Zij was sinds 2010 rechter in het Hof. Zij is opgevolgd door Ben Smulders, die voor 6 jaar als rechter in het Hof is benoemd, tot oktober 2030.
Het jaarbericht 2024 is in twee hoofdstukken ingedeeld. Het eerste hoofdstuk geeft een overzicht van de werkzaamheden van de Nederlandse procesvertegenwoordiging in Luxemburg. Het tweede hoofdstuk bevat een nadere toelichting op de uitspraken in zaken waaraan Nederland heeft deelgenomen.
Meer informatie: ECER-EU-Hof tab: Jaarverslagen Procesvoering Nederland ECER-bericht: Jaaroverzicht 2023 van de Nederlandse vertegenwoordiging bij de EU-hoven gepubliceerd (24 mei 2024)