Keuring oude buitenlandse auto's verboden

Contentverzamelaar

Keuring oude buitenlandse auto's verboden

De Nederlandse technische controle van oude auto's uit een andere lidstaat voordat ze in Nederland kunnen worden geregistreerd, is in strijd met het EG-Verdrag. De verplichte identificatie van dergelijke auto's is wel toegestaan, aldus het EG-Hof.

In de inbreukprocedure die de Commissie tegen Nederland had ingesteld (zaak C-297/05) heeft het Hof op 20 september 2007 uitspraak gedaan.

Volgens de Commissie schendt Nederland het EG-Verdrag door voordien in een andere lidstaat geregistreerde motorvoertuigen, ouder dan 3 jaar, aan een technische controle te onderwerpen voordat ze in Nederland kunnen worden geregistreerd. Een soortgelijke controle is namelijk niet verplicht bij de overdracht van een voordien in Nederland geregistreerd motorvoertuig aan een andere in Nederland gevestigde eigenaar of houder.

Volgens het Hof is de Nederlandse regeling inderdaad een verboden beperking van het vrije verkeer van goederen.

De Nederlandse regeling is niet evenredig, aangezien de doelstellingen van verkeersveiligheid en milieueisen met minder ingrijpende beperkingen kunnen worden bereikt, zoals de erkenning van het in een andere lidstaat afgegeven bewijs waaruit blijkt dat een in die lidstaat geregistreerd voertuig met goed gevolg een technische keuring heeft ondergaan, gecombineerd met samenwerking van de Nederlandse douaneautoriteiten met hun ambtgenoten in de andere lidstaten inzake de eventueel ontbrekende gegevens.

Volgens het Hof is de Nederlandse regeling op dit punt, namelijk de technische controle van de materiële toestand van voertuigen, dus in strijd met het gemeenschapsrecht.

De Commissie maakte bovendien bezwaar tegen het feit dat Nederland eist dat een voertuig wordt geïdentificeerd alvorens het wordt geregistreerd. Deze identificatie vindt in geval van invoer van een eerder in een andere lidstaat geregistreerd voertuig plaats door middel van het door deze lidstaat afgegeven kentekenbewijs. Deze controle, die ongeveer 25 minuten duurt en ten tijde van de precontentieuze procedure 45 EUR kostte, maakt volgens de Commissie de invoer van voertuigen in Nederland minder interessant.

Op dit punt, namelijk de controle ter identificatie van voertuigen, stelt het Hof de Commissie in het ongelijk. De Nederlandse regeling strookt op dit punt dus met het gemeenschapsrecht.