Kous niet af na uitblijven inbreukprocedure Commissie

Contentverzamelaar

Kous niet af na uitblijven inbreukprocedure Commissie

Is het terecht dat lidstaten opgelucht ademhalen als de Europese Commissie geen gevolg geeft aan een klacht over de te late omzetting van een richtlijn? Niet altijd, zo blijkt uit een beslissing van de Europese Ombudsman. De Commissie deed te weinig met een klacht van een Spanjaard die de dupe werd van het beleid van zijn eigen overheid. Hij voerde een jarenlange strijd om zijn recht te halen. De Ombudsman verwijt de Commissie nu wanbeheer..

De Spaanse man verloor in 1995 naar aanleiding van het faillissement van zijn werkgever meer dan 82% van zijn aanvullend pensioen. Er bestaat echter EU-regelgeving om de werknemer, inclusief de gepensioneerde werknemers, te beschermen in het geval van faillissement van de werkgever. Spanje is op grond van deze regelgeving (richtlijn 80/987) verplicht maatregelen te treffen om de belangen van de werknemers te beschermen.

De man stapte naar de lokale rechtbank, maar zijn verzoek werd afgewezen. In hoger beroep oordeelde de Spaanse rechter dat de richtlijn geeft duidelijk juridische verplichtingen voor Spanje inhield, maar slechts een aanbeveling was. Een prejudiciƫle vraag aan het EU-Hof werd niet gesteld.

In 2007 werd duidelijk hoe het Hof van Justitie hier over dacht. In het arrest Robins ( C-278/05) oordeelde het Hof dat een lidstaat op grond van de richtlijn in ieder geval 50% van het recht op uitkeringen moet garanderen. De Spanjaard besloot op dat moment een klacht in de dienen bij de Europese Commissie tegen zijn eigen lidstaat.

De Commissie liet echter pas een jaar nadat de klacht was ingediend van zich horen. Bovendien concludeerde de Commissie dat Spanje wel degelijk de richtlijn had omgezet. De Ombudsman veroordeelt deze gang van zaken. Het staat immers vast dat de Spanjaard in 1995 meer dan 82% van zijn pensioenaanspraken verloor, vrij duidelijk in strijd met de uitleg die het Hof geeft in het Robins-arrest. Het optreden van de Commissie wordt daarom door de Ombudsman bestempeld als wanbeheer.

Zo blijkt dat klachten van burgers toch nog een staartje kunnen krijgen, ook als de Commissie het dossier la gesloten heeft. Wat dat staartje precies is, is nog niet duidelijk. De Commissie heeft drie maanden de tijd om op het standpunt van de Ombudsman te reageren (artikel 228, lid 1 VWEU). Daarna brengt de Ombudsman verslag uit aan het EP en de Commissie.