Leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker: Nederlandse makelaar mag opereren in België

Contentverzamelaar

Leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker: Nederlandse makelaar mag opereren in België

Een verbod voor een Nederlandse makelaar om zijn beroep in België uit te oefenen is in strijd met het vrij verkeer van diensten. Een lidstaat mag opleidingseisen stellen voor een bepaalde beroepsgroep, maar dit mag buitenlandse dienstverleners niet onnodig belemmeren. De buitenlander mag opereren op de markt van een andere lidstaat, indien hij gebruik maakt van een gecertificeerde collega. Dat blijkt uit het arrest van het EG-Hof in de zaak Van Leuken.

De Belgische regeling in kwestie vereist dat alle makelaars die in België opereren een juridische bekwaamheidsproef hebben afgelegd. Indien een persoon onvoldoende kwalificaties heeft mag België in beginsel verbieden dat hij bij aanvraag zijn beroep uitoefent in België. Artikel 3 van richtlijn 89/48 (inmiddels gewijzigd door richtlijn 2001/19) staat dit toe, tenzij de aanvrager aan bepaalde criteria voldoet.

Voldoet de dienstverlener wel aan deze criteria, dan dient de ontvangende lidstaat hem compenserende maatregelen te bieden (artikel 4 van richtlijn 89/48). De aanvrager kan dan kiezen tussen een aanpassingsstage of een bekwaamheidsproef. Het aanbieden van compenserende maatregelen moet volgens het Hof in verhouding staan tot het doel wat men wil bereiken.

De juridische bekwaamheidsproef heeft als doel te garanderen dat iedere makelaar bij de verkoop van een huis een zekere kennis heeft van het Belgische recht. Aangezien van Leuken bij een reorganisatie van zijn praktijk heeft besloten om bij elke verkoop gebruik te maken van een gecertificeerde Belgische collega is aan dit vereiste voldaan. Om hem dan alsnog te verplichten de proef af te leggen gaat verder dan het doel van de regeling.

Een algeheel verbod is dus in strijd met het gemeenschapsrecht. Van Leuken mag dus zijn makelaarspraktijk in België voortzetten. Deze uitspraak kan ook gevolgen hebben voor andere beroepen waaraan door een lidstaat opleidingseisen worden gesteld.