Meer zicht op EU-invloed Nederlandse wetgeving

Contentverzamelaar

Meer zicht op EU-invloed Nederlandse wetgeving

Een permanente Rijksbrede monitor om de invloed van de EU op de Nederlandse wetgeving te meten komt er niet. Dat heeft het kabinet besloten naar aanleiding van de pilot-monitor die het Asser-instituut heeft uitgevoerd. Wel wil het kabinet meer duidelijkheid verschaffen over de Europese oorsprong van Nederlandse wetten. Daartoe wordt onderzocht of kruisverwijzingen tussen Europese en nationale wetgeving kunnen worden opgenomen in de databank wetten.nl.

Het kabinet heeft de Tweede en Eerste Kamer op 6 februari jl. laten weten geen verder vervolg te zullen geven aan de door het Asser Instituut in opdracht van het vorige kabinet ontwikkelde permanente Rijksbrede monitor EU-invloed. Redenen voor het kabinet daarvoor zijn de betrekkelijke waarde van opbrengsten van de monitor afgezet tegen de hoge kosten daarvan, het mogelijke gesteggel over de gebruikte criteria en - als mogelijk gevolg daar weer van - discussies over de juistheid van onderzoeksresultaten in de vorm van percentages.

Maar bij deze afwijzing heeft het kabinet het niet willen laten. In de uitkomsten van het Asser-onderzoek ziet het kabinet aanleiding om binnen de algemeen toegankelijke databank wetten.nl een implementatiebank op te richten – dit d.m.v. kruisverwijzingen tussen Europese en nationale regelgeving. Hiermee wordt de departementen en ook andere bij de wetgeving betrokken instanties een bruikbaar instrument geboden om de kwaliteit van wetgeving op het vlak van implementatie te bevorderen. Dit doordat bij voorgenomen wijzigingen van regelgeving voortaan op één niveau (Europese of nationaal) in een enkele oogopslag te zien is, welke regelgeving op het andere niveau geraakt wordt. Het kabinet kiest hierbij voor een aanpak voor de korte en voor de wat langere termijn. De korte termijn betreft het opnemen met kruisverwijzingen van nieuwe implementatieregelingen. Wat betreft de langere termijn, zal een interdepartementale werkgroep bezien of dit ook haalbaar is voor bestaande Europese en nationale implementatieregelgeving.

De kabinetsreactie is met de met de vaste commissie voor Europese Zaken uit de Tweede Kamer besproken in een notaoverleg op 11 februari 2008. In dit overleg bleek voldoende steun bij de vaste kamercommissie te bestaan voor de weg, die het kabinet n.a.v. het Asser-onderzoek is ingeslagen.