Minimumloonvereiste bij aanbestedingen onder voorwaarden toegestaan

Contentverzamelaar

Minimumloonvereiste bij aanbestedingen onder voorwaarden toegestaan

Als een EU-lidstaat geen algemeen geldend minimumloon kent, mag in de aanbestedingsstukken een verplicht minimumloonvereiste worden gehanteerd. Inschrijvers die hier niet aan voldoen mogen vervolgens worden uitgesloten. Dat antwoordt het EU-Hof op vragen van een Duitse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 17 november 2015, in de zaak C-115/14, RegioPost.

Landau, een stad in het Duitse bondsland Rijnland-Palts, heeft in 2013 een aanbestedingsprocedure gestart voor het verrichten van postdiensten. In de aanbestedingsstukken was de voorwaarde opgenomen om te voldoen aan bepaalde wetgeving van het bondsland.

Deze wetgeving stelt een eigen minimumloon voor de uitvoering van overheidsopdrachten vast. Inschrijvers moeten bij de inschrijving verklaren dat zij zich en eventuele onderaannemers verplichten om tijdens de uitvoering van de opdracht dit minimumloon uit te betalen. De inschrijver kan dit doen door een modelverklaring te ondertekenen die aan de aanbestedingsstukken is bijgevoegd. Als de inschrijver dit niet doet, ook niet op verzoek van de aanbestedende dienst, wordt hij van de procedure uitgesloten. Ten tijde van de aanbestedingsprocedure bestond in Duitsland geen algemeen geldend minimumloon.

RegioPost had een inschrijving voor de opdracht ingediend. Zij had zich niet via een dergelijke verklaring verplicht om het minimumloon uit te betalen en voldeed ook niet aan het verzoek van de stad Landau om dit alsnog te doen. Als gevolg hiervan werd RegioPost van de procedure uitgesloten. Zij ging tegen deze beslissing in beroep.

Het EU-Hof oordeelt dat zowel de minimumloonvoorwaarde als de uitsluiting van inschrijvers die er niet aan voldoen in de onderhavige situatie geoorloofd zijn. Op grond van artikel 26 van de Aanbestedingsrichtlijn mag een aanbestedende dienst bijzondere voorwaarden stellen aan de uitvoering van de overheidsopdracht, indien deze verenigbaar zijn met het Unierecht.

Het EU-Hof erkent wel dat een verplichting tot uitbetaling van minimumloon belemmerend kan werken voor inschrijvers uit landen met lagere loonkosten. Deze belemmering kan echter gerechtvaardigd worden door het doel om de werknemers een minimale bescherming te bieden.  Het EU-Hof overweegt dat de automatische uitsluiting passend en evenredig is, omdat een inschrijver alleen wordt uitgesloten wanneer hij weigert om gevolg te geven aan een verzoek van de aanbestedende dienst om alsnog een verklaring te ondertekenen. De voorwaarde en bijbehorende uitsluitingsgrond is daarom niet in strijd met Unierecht en mag in de aanbestedingsstukken worden opgenomen.