Mobiele controles weer getoetst aan Schengen

Contentverzamelaar

Mobiele controles weer getoetst aan Schengen

De Afdeling bestuursrechtspraak zal zich wederom moeten buigen over de mobiele controles van de Koninklijke Marechaussee achter de binnengrenzen. De kernvraag is hoe de mobiele controles zich verhouden tot de Schengengrenscode, op basis waarvan grenscontroles aan de binnengrenzen zijn afgeschaft. Nieuwe regelgeving naar aanleiding van rechtspraak van het EU-Hof wordt opnieuw aangevochten.

Artikel 21 van de Schengengrenscode bepaalt dat de afschaffing van het grenstoezicht aan de binnengrenzen niet in de weg staat aan de uitoefening van de politiebevoegdheid in de grensstreek voor zover de uitoefening van die bevoegdheid niet hetzelfde effect heeft als grenscontroles. Hierbij is de intensiteit van de controles van belang en moet het optreden goed zijn ingekaderd door nationale wetgeving. Dit om de beoordelingsvrijheid van de beambten zo veel mogelijk te sturen. Dit volgt uit de uitspraak van het EU-Hof in de zaak Melki.

Op 28 december 2010 oordeelde de Raad van State dat het Nederlandse mobiel toezicht veiligheid (MTV), in het licht van het arrest Melki, niet voldeed aan deze vereisten (klik hier voor de reactie van minister Leers op deze uitspraak). Daarom voerde minister Leers met ingang van 1 juni 2011 een wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 door, waarbij de controles beter ingekaderd werden. Zo zijn er specifieke regels ingevoerd over de frequentie en de duur van de controles.

De rechtbank in Roermond oordeelde op 27 juli 2011 dat het MTV, ook onder het nieuwe regime, nog steeds in strijd is met de Schengengrenscode (klik hier voor de uitspraak). Minister Leers heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Omdat de nieuwe zaak bij de Raad van State de onlangs in werking getreden regeling onzeker maakt, vroeg minister Leers een voorlopige voorziening om aan de uitspraak van de rechtbank Roermond geen gevolg te geven. Dit is door de Raad van State toegewezen. De aangevallen uitspraak zal waarschijnlijk geen stand houden, zo oordeelde de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. In september zal de bodemprocedure bij de Raad van State voortgaan.