Nederland krijgt alsnog gelijk van EG-Hof in ‘roetfilterzaak’

Contentverzamelaar

Nederland krijgt alsnog gelijk van EG-Hof in ‘roetfilterzaak’

De Europese Commissie heeft ten onrechte het Nederlandse verzoek afgewezen om roetfilters op dieselmotoren verplicht te mogen stellen. Dat heeft het EG-Hof bepaald in het beroep dat Nederland had ingesteld tegen de weigering door de Commissie. De Commissie moet nu een nieuwe beslissing nemen, en daarbij rekening houden met de door Nederland aangeleverde informatie over de luchtvervuiling hier.

In september 2009 zullen op Europees niveau strengere grenswaarden worden geïntroduceerd voor emissies door nieuwe auto’s. In het licht van de hoge concentraties fijnstof in Nederland, bestond hier de wens om deze grenswaarden reeds eerder te introduceren voor nieuwe dieselauto’s (oorspronkelijk per 1 januari 2007). Nederland deed hiervoor een beroep op de uitzonderingsclausule van artikel 95, lid 5 EG omdat in Nederland sprake is van een ‘specifiek probleem’. Volgens Nederland kan anders niet voldaan worden aan de Europese verplichtingen op het gebied van luchtkwaliteit. De Commissie besloot echter dat er niet kon worden afgeweken van de Europese normen voor dieselmotoren omdat de Nederlandse situatie niet specifiek was en de maatregel te zwaar belastend was voor autoproducenten.

Het beroep van Nederland tegen de afwijzing door de Commissie was in eerste instantie afgewezen door het Gerecht van eerste aanleg. In hoger beroep adviseerde Advocaat-Generaal Juliane Kokott het Hof in juli 2008 dat het Gerecht het arrest zou moeten overdoen. Het Gerecht geeft in het bestreden arrest volgens Kokott blijk van een onjuiste rechtsopvatting door geen rekening te houden met de specifieke Nederlandse situatie (bebouwing langs de wegen, bevolkingsdichtheid). Het Hof heeft nu echter besloten deze stap over te slaan en zelf de beschikking van de Commissie nietig te verklaren.

Volgens het Hof heeft de Commissie in haar beschikking onvoldoende rekening gehouden met de wetenschappelijk informatie die Nederland aanleverde om het verzoek te staven. Volgens een rapport uit 2004 werden de grenswaarden voor luchtvervuiling in heel Nederland overschreden. De Commissie weerlegt de inhoud van dit rapport niet in haar beschikking en dus kan er volgens het Hof niet worden uitgesloten dat er op de datum waarop de beschikking werd vastgesteld in Nederland een specifiek probleem bestond in de zin van artikel 95, lid 5 EG.

De Commissie dient nu opnieuw, op basis van alle wetenschappelijke gegevens, te beoordelen of Nederland de roetfilters eerder had mogen invoeren.

Intussen zijn wel twee jaren verstreken en wordt de Europese norm in september volgend jaar toch al bindend. Maar deze uitspraak heeft als algemene boodschap dat de Commissie in toekomstige procedures zorgvuldiger moet omgaan met de gegevens die door de lidstaten worden aangeleverd.