Nederland mag belastingvoordeel geven voor gedetacheerd personeel

Contentverzamelaar

Nederland mag belastingvoordeel geven voor gedetacheerd personeel

Door de detachering van personeel in bepaalde beroepsgroepen en regio’s vrij te stellen van BTW heeft Nederland geen inbreuk gemaakt op de Europese regels. Een beroep van de Europese Commissie tegen Nederland is door het EU-Hof afgewezen. De Commissie haalt bakzeil, met name omdat zij haar argumenten niet goed heeft onderbouwd.

Het detacheren van personeel is in beginsel onderworpen aan het betalen van BTW. Nederland heeft echter in 2007 personeel in de sociaal-culturele sector, gezondheidssector, wetenschappelijk personeel en personeel in de ‘euregio’s (samenwerkingsverbanden met Duitsland en België) onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van BTW.\

De EU-regelgeving op dit gebied (richtlijn gemeenschappelijk stelsel van BTW) staat toe dat er uitzonderingen gemaakt worden voor bepaalde beroepsgroepen, maar de Commissie is mening dat Nederland deze uitzondering te ruim toepast. Nederland stelt volgens de Commissie ook detacheringen vrij van BTW voor beroepen die te weinig samenhangen met de hoofdtaken van dat beroep. Bovendien kan de vrijstelling alleen gelden voor tijdelijke detacheringen en niet voor structureel werk.

Volgens het Hof gaat het er niet om of een detachering tijdelijk is. Wel of het werk voldoende samenhangt met de uitzonderingscategorieën in de richtlijn. Het Hof vindt dat de Commissie haar beroep onvoldoende onderbouwd heeft. De Commissie heeft niet bewezen dat Nederland de vrijstellingen hanteert met een economisch doel, en niet met het doel het onderwijs, zorg, wetenschap beschermen.

De euregio’s zijn publiekrechtelijke lichamen en zijn daarom vrijgesteld van de BTW-plicht als zij ambtenaren willen detacheren (uit de nationale overheidsdiensten). De Commissie vindt echter dat deze regio’s werk verrichten dat lijkt op een gewoon uitzendbedrijf. Ook hier krijgt de Commissie er flink van langs van het Hof. De Commissie heeft onvoldoende haar beroep onderbouwd en de gedetailleerde argumenten van de Nederlandse regering niet weerlegt.