Nederland stemt in met nieuw Eigenmiddelenbesluit

Contentverzamelaar

Nederland stemt in met nieuw Eigenmiddelenbesluit

De Eerste Kamer heeft -net als de Tweede Kamer- ingestemd met de goedkeuringswet van het Eigenmiddelenbesluit. Nederland heeft nu haar goedkeuringsprocedure doorlopen die nodig is voor de inwerkingtreding van het Eigenmiddelenbesluit. Het Eigenmiddelenbesluit regelt de financiering van de begroting van de Europese Unie en het EU-Herstelinstrument, en daarmee onder meer de afdrachten van de lidstaten aan de EU.

Op 14 december 2020 heeft de Raad Besluit 2020/2053 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie vastgesteld. Bij de vaststelling van het Eigenmiddelenbesluit stemt de Raad volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, met eenparigheid van stemmen en na raadpleging van het Europees Parlement.

Het Eigenmiddelenbesluit kan pas in werking treden, nadat alle lidstaten dit besluit hebben goedgekeurd overeenkomstig hun nationale grondwettelijke bepalingen ( artikel 311, vierde alinea, EU-Werkingsverdrag ). In Nederland moet het Eigenmiddelenbesluit (hierna: EMB) worden goedgekeurd door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer stemde op 25 februari 2021 in met de Nederlandse goedkeuringswet van het EMB. Op 25 mei 2021 stemde ook de Eerste Kamer in met de goedkeuringswet.

Alle EU-lidstaten hadden op 31 mei de nationale goedkeuringsprocedure afgerond. Als gevolg hiervan is het EMB op 1 juni 2021 in werking getreden. Het EMB is met terugwerkende kracht van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Het Eigenmiddelenbesluit

Het EMB regelt de financiering van de EU-begroting, die in beginsel volledig uit eigen middelen van de Europese Unie wordt gefinancierd. In het EMB zijn vier eigen middelen vastgelegd:

  1. Traditionele heffingen, zoals douaneheffingen. Het gaat om de heffingen die de douaneautoriteiten van de lidstaten leggen op producten die de Europese Unie worden ingevoerd. Deze heffingen worden afgedragen aan de Europese Unie;
  2. Btw-afdrachten. Lidstaten dragen 0,3 procent af van een nationale grondslag voor de btw-heffing;
  3. Een uniform afdrachtpercentage op het gewicht van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval. Lidstaten dragen 0,8 euro per kilo niet-gerecycled plasticafval van hun lidstaat af. Deze grondslag voor een afdracht is nieuw in het EMB en werd per 1 januari 2021 ingevoerd;
  4. BNI-afdrachten. Alle lidstaten dragen een vaststaand percentage van hun bruto nationaal product (bni) bij aan de EU-begroting.

Naast vastlegging van de hierboven genoemde eigen middelen houdt het nieuwe EMB ook een machtiging in voor de Europese Commissie om namens de Europese Unie geld te lenen op de kapitaalmarkt ten behoeve van het herstelinstrument voor de Europese Unie . Dit herstelinstrument ondersteunt het herstel in de nasleep van de COVID-19-pandemie.

Meer informatie