Nederlandse inbreng vindt ook in 2016 vaak gehoor bij EU-Hof

Contentverzamelaar

Nederlandse inbreng vindt ook in 2016 vaak gehoor bij EU-Hof

In 2016 hebben het Hof van Justitie en het Gerecht van de EU 62 zaken afgedaan waaraan de Nederlandse regering een bijdrage heeft geleverd. Het ging om 57 prejudiciële zaken en vijf rechtstreekse zaken. Het oordeel van de Europese hoven van de in dit jaarbericht besproken zaken komt in een ruime meerderheid overeen met het standpunt van de Nederlandse regering. Dit blijkt uit het jaarbericht 2016 van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

In het Jaarbericht 2016 Procesvertegenwoordiging Hof van Justitie van de EU wordt verslag gedaan van de werkzaamheden van de Nederlandse procesvertegenwoordiging bij de Europese hoven en de inbreng van de Nederlandse regering in zaken die in 2016 door het Hof van Justitie en het Gerecht zijn afgedaan.

Van de in totaal 57 prejudiciële uitspraken zijn er 27 gewezen naar aanleiding van verwijzingen van Nederlandse rechters en 30 van rechters uit andere lidstaten. Daarnaast was de Nederlandse regering betrokken bij 5 rechtstreekse zaken. Twee daarvan betroffen inbreukzaken van de Commissie tegen Nederland. Driemaal heeft Nederland geïntervenieerd aan de zijde van één van de partijen bij het geschil. De Europese hoven hebben in 2016 belangrijke bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van het Unierecht. Deze rechtspraak ziet op een breed scala aan zaken en onderwerpen. Zo heeft het Hof in de zaken J.N., Mirza en Karim verschillende aspecten van het Unierechtelijke asielbeleid verduidelijkt. Het ging in die zaken om respectievelijk vreemdelingenbewaring, terugzending naar een veilig derde land en de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen een overdrachtsbesluit. In de zaak Raad tegen Commissie werd geoordeeld dat de Commissie inbreuk maakt op de bevoegdheidsverdeling en het institutioneel evenwicht wanneer zij zonder instemming van de Raad met een derde land een Memoradum of Understanding sluit. Ook heeft het Hof een reeks vragen beantwoord in verband met de Europese regels inzake het Europese aanhoudingsbevel. Zo heeft het onder meer bepaald hoe te handelen bij vermoeden van mensenrechtenschendingen in de verzoekende lidstaat in Aranyosi, over de correcte wijze van betekening in Dworzecki en de mogelijkheid voor de uitvoerende lidstaat om strafkorting toe te passen in Ognyanov. Er is ook weer een reeks uitspraken op het gebied van de fundamentele vrijheden zoals Promimpresa over de automatische verlenging van concessies, Deutsche Parkinson Vereinigung over uniforme prijzen voor receptplichtige geneesmiddelen, en Hemming over de leges voor de handhaving van gemeentelijke vergunningen.

Al deze en andere uitspraken in zaken waarbij de Nederlandse regering betrokken was, worden in het jaarbericht besproken.

De rechtspraak van de Europese hoven is essentieel voor Nederland. Hun uitspraken dragen bij aan de rechtsontwikkeling binnen de Europese Unie en kunnen van invloed zijn op het Nederlandse recht en beleid. Zo leidt de Europese rechtspraak soms tot aanpassing van Nederlands recht of de uitvoeringspraktijk van de Nederlandse overheid. Door actief haar visie naar voren te brengen in EU-hofzaken kiest de Nederlandse regering ervoor invloed uit te oefenen op deze rechtsontwikkeling.