Nederlandse leges voor Turken te hoog
Nieuwsbericht | 04-05-2010
In 1993 begon Nederland met het vragen van leges aan zowel EU-onderdanen als aan Turkse burgers. De bedragen liepen echter uiteen. Volgens de Commissie is dit verschil in strijd met de Associatieovereenkomst EU-Turkije. Hierin is afgesproken dat na 1973 geen nieuwe beperkingen voor de vrijheid van diensten een vestiging worden ingevoerd. Nieuwe maatregelen zijn niet totaal verboden, maar de lidstaten mogen hierbij Turkse burgers niet discrimineren ten opzichte van EU-burgers.
Het Hof oordeelt dat Nederland het aanzienlijke verschil tussen de van EU-burgers en Turkse burgers geƫiste leges niet kan rechtvaardigen. Het is mogelijk dat Turken iets duurder uit zijn, omdat er meer dossierwerk moet worden verricht voor een MVV, maar in dit geval heeft Nederland inbreuk gemaakt op de Associatieovereenkomst.
Het Hof zet hiermee de lijn voort die het had ingezet in het arrest Sahin. Deze zaak ging ook over de Nederlandse legesheffing voor Turkse onderdanen, maar was via de prejudiciƫle weg via de Raad van State bij het Hof terechtgekomen.
Naar aanleiding van de zaak Sahin is de Nederlandse legesregeling aangepast. Die aanpassing stond niet ter discussie voor het Hof, dat zich in het nu gewezen arrest uitsluitend richt op de situatie voorafgaand aan de aanpassing.