Nieuw milieuactieprogramma van de EU definitief vastgesteld

Contentverzamelaar

Nieuw milieuactieprogramma van de EU definitief vastgesteld

Het achtste milieuactieprogramma van de EU vormt het kader voor milieu- en klimaatmaatregelen van de EU tot en met 31 december 2030. In het achtste milieuactieprogramma zijn zes doelstellingen opgenomen. Het gaat onder meer om het terugdringen van de broeikasgasuitstoot, de aanpassing aan de klimaatverandering, het terugdringen van de vervuiling tot nul en de bescherming en het herstel van de biodiversiteit.

Achtergrond

Algemene milieuactieprogramma’s (MAP) hebben al sinds 1973 de ontwikkeling en coördinatie van het milieubeleid van de EU gestuurd en het kader voor milieu- en klimaatmaatregelen op EU-niveau gevormd. Bij besluit 1386/2013 is het zevende milieuactieprogramma van de EU vastgesteld. Het zevende milieuactieprogramma bevat de milieuagenda van de EU voor de periode tot en met 31 december 2020 en een langetermijnvisie voor 2050.

Het zevende milieuactieprogramma is afgelopen op 31 december 2020 en artikel 4, lid 3 daarvan bepaalde dat de Europese Commissie indien nodig tijdig een voorstel moest indienen voor een achtste milieuactieprogramma. De Europese Commissie heeft in oktober 2020 een voorstel ingediend. Vervolgens hebben onderhandelingen plaatsgevonden tussen de Raad en het Europees Parlement. In april 2022 is het achtste milieuactieprogramma definitief vastgesteld bij besluit 2022/591. Het achtste milieuactieprogramma loopt tot en met 31 december 2030.

Inhoud van het achtste milieuactieprogramma

Het achtste milieuactieprogramma heeft de volgende zes onderling verbonden thematische doelstellingen voor de periode tot en met 31 december 2030:

1 Terugdringing van de broeikasgasuitstoot

  • Snellere en voorspelbare vermindering van broeikasgasemissies en tegelijkertijd een grotere verwijdering door natuurlijke koolstofputten in de EU zodat het broeikasgasemissiereductiedoel voor 2030 kan worden behaald. Het gaat om het broeikasgasemissiereductiedoel zoals vastgesteld in de Europese Klimaatwet (zie het ECER-bericht over de Europese Klimaatwet).

2 Aanpassing aan de klimaatverandering

  • Voortdurende vergroting en mainstreaming van het aanpassingsvermogen, onder meer op basis van ecosysteembenaderingen;
  • Vermindering van de kwetsbaarheid van het milieu, de samenleving en alle sectoren van de economie voor klimaatverandering;
  • Verbetering van de preventie en paraatheid ten aanzien van weer- en klimaatgerelateerde rampen.

3 Een groeimodel dat de planeet meer teruggeeft dan neemt

  • Versnelling van de transitie naar een gifvrije circulaire economie, waarin groei regeneratief is en hulpbronnen op efficiënte en duurzame wijze worden gebruikt.

4 Terugdringing van de vervuiling tot nul

  • Streven naar het terugbrengen tot nul van de vervuiling van lucht, water en bodem, alsmede de geluidsoverlast, onder meer met betrekking tot schadelijke chemische stoffen;
  • Daarnaast moet de gezondheid en het welzijn van mensen, dieren en ecosystemen worden beschermd tegen milieugerelateerde risico’s en negatieve gevolgen.

5 Bescherming en herstel van de biodiversiteit

  • Bescherming, behoud en herstel van de mariene diversiteit en de biodiversiteit van de binnenwateren, zowel in beschermde gebieden als daarbuiten.

6 Vermindering van de grootste productie- en consumptiebronnen van milieu- en klimaatdruk

  • Aanzienlijke vermindering van de grootste milieu- en klimaatdruk in verband met de productie en consumptie in de EU, met name op het gebied van energie, industrie, gebouwen en infrastructuur, mobiliteit, toerisme, internationale handel en het voedselsysteem.

Verder hebben de lidstaten het nieuwe kader ter meting van de voortgang met de doelstellingen van het achtste milieuactieprogramma uitgebreid met een aantal specificaties. Met name dat de Commissie jaarlijks de balans van de geboekte vooruitgang moet opmaken en een lijst moet overleggen van de acties die zij ter verwezenlijking van de doelstellingen heeft ondernomen en nog gaat ondernemen.

De lidstaten verzoeken de Commissie in 2024 tussentijds te evalueren, om daarna in 2025 met een wetgevingsvoorstel tot wijziging van het achtste milieuactieprogramma te komen. Het idee van de tussentijdse evaluatie is dat de Raad en het Europees Parlement dan nog de nodige acties voor de periode 2025-2030 kunnen toevoegen.

Meer informatie