Nieuwe coördinatieregels sociale zekerheid na lang onderhandelen aangenomen

Contentverzamelaar

Nieuwe coördinatieregels sociale zekerheid na lang onderhandelen aangenomen

De Raad heeft op 27 juli 2009 unaniem ingestemd met nieuwe verordeningen over de coördinatie van nationale socialezekerheidsstelsels. De onderhandelingen over deze verordeningen, die dienen ter modernisering en vereenvoudiging van twee bestaande verordeningen, hebben elf jaar geduurd. De verordeningen treden op 1 maart 2010 in werking.
De basisverordening 883/2004 was al op 29 april 2004 vastgesteld, maar nog niet in werking getreden. Eerst moesten de bijlagen bij die verordening worden aangepast. Om deze basisverordening te kunnen toepassen moest bovendien een uitvoeringsverordening worden vastgesteld. De onderhandelingen over deze uitvoeringsverordening  hebben nog ruim vijf jaar in beslag genomen. Na ondertekening door de Voorzitters van het Europees Parlement en van de Raad zullen de verordeningen officieel in het Publicatieblad van de EU worden gepubliceerd.
De verordeningen vervangen de roemruchte verordeningen 1408/71 en 574/72 die voor burgers belangrijke voordelen hebben opgeleverd op het terrein van de sociale zekerheid wanneer zij gebruik maken van hun recht op vrij verkeer. Ze waren echter ook ingewikkeld en hebben tot menige hoofdbrekens – zelfs bij juristen - geleid.  Het Hof van Justitie heeft in vele honderden arresten deze verordeningen moeten uitleggen.
Dat de oude verordeningen aan een algehele herziening toe waren, heeft de Europese Raad overigens al in 1992 in Edinburgh erkend toen deze zich uitsprak voor een vereenvoudiging van de voorschriften. Ook de Commissie heeft het belang van modernisering van de coördinatievoorschriften bevestigd in haar mededeling van 1997 "Een actieplan voor het vrije verkeer van werknemers". Uit dit actieplan is in 1998 het voorstel voor de basisverordening voortgevloeid.
De nieuwe verordeningen hebben tot doel belemmeringen op het terrein van de sociale zekerheid weg te nemen ten behoeve van het vrije verkeer van EU-burgers. Zij knopen als het ware de nationale socialezekerheidsstelsels aan elkaar, zonder deze te harmoniseren. De lidstaten blijven bevoegd om te bepalen wie verzekerd is, welke uitkeringen of verstrekkingen zij toekennen, de hoogte ervan en de toekenningsvoorwaarden.
De verordeningen geven regels voor uitkeringen, verstrekkingen en voorzieningen bij ziekte, geboorte en adoptie, invaliditeit, pensioen, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en gezinsuitkeringen (o.a. kinderbijslag). Nieuw is dat de verordeningen ook regels bevatten voor uitkeringen bij vervroegde uittreding.
De vorige verordeningen waren alleen van toepassing op werknemers, zelfstandigen, ambtenaren, studenten en gepensioneerden en hun gezinsleden. De nieuwe verordeningen zijn van toepassing op alle personen die sociaal verzekerd zijn of zijn geweest, ongeacht of ze een economische activiteit uitoefenen of uitgeoefend hebben.
Belangrijk voor de burger is ook dat de basisverordening expliciet het algemene beginsel van behoorlijk bestuur introduceert. Dit beginsel verplicht de autoriteiten van de lidstaten samen te werken en te voorkomen dat een burger van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Aanvragen moeten binnen een redelijke termijn worden afgehandeld.
De uitgangspunten van de vorige verordeningen blijven echter in stand:
• slechts de socialezekerheidswetgeving van één lidstaat is van toepassing (meestal het land waar iemand werkt);
• gelijke behandeling naar nationaliteit;
• door in een andere lidstaat te gaan wonen kan iemand zijn socialezekerheidsuitkering niet kwijtraken;

• perioden van sociale verzekering in verschillende lidstaten worden bij elkaar opgeteld om te voldoen aan een minimumverzekeringsperiode.

Tekst verordening 883/2004

Meer informatie op de Europa-website

Persbericht van de Raad