Nieuwe EU-regels tegen sjoemelen met nationale begrotingsstatistieken

Contentverzamelaar

Nieuwe EU-regels tegen sjoemelen met nationale begrotingsstatistieken

Lidstaten die de nationale statistieken over overheidstekort en overheidsschuld manipuleren kunnen een flinke boete krijgen, namelijk maximaal 0, 2% van het BBP. De Raad kan die boete, op grond van een aanbeveling van de Commissie, opleggen. Dit is vorig jaar vastgelegd in het zogenoemde ‘sixpack’. De regels voor het uitoefenen van deze bevoegdheid zijn nu door de Commissie gepubliceerd.

Klik hier voor het zgn. gedelegeerd besluit van de Commissie. De nieuwe regels zijn op 26 november in werking getreden

De regeling vloeit voort uit verordening 1173/2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied, een onderdeel van het zogenoemde sixpack (zes wetgevingshandelingen inzake het economisch en begrotingstoezicht in de eurozone).

Grofweg verloopt de procedure als volgt:

·         De Commissie kan alle nodige onderzoeken uitvoeren, teneinde te bevestigen dat feitelijke tekort- en schuldgegevens met opzet of door ernstige nalatigheid verkeerd zijn voorgesteld.

·         Bij dergelijke onderzoeken moet de Commissie inspecties ter plaatse kunnen verrichten en moet zij een verzoek om informatie kunnen richten tot eenheden die tot de sector overheid behoren, dat wil zeggen eenheden die behoren tot de centrale, deelstaat- of lagere overheid of tot de wettelijke socialeverzekeringsinstellingen.

·         De Commissie mag iedere persoon ondervragen die rechtstreeks of onrechtstreeks bij de opstelling van gegevens over het tekort en de schuld betrokken is. De ambtenaren van de Commissie hebben toegang tot alle gebouwen van de betrokken eenheid.

·         De betrokken lidstaat moet in kennis worden gesteld van de opening en resultaten van het onderzoek van de Commissie, zodat hij zich kan verdedigen. Het recht van verdediging en het beginsel van geheimhouding moeten in overeenstemming met de algemene rechtsbeginselen en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie in acht worden genomen.

Voor de hoogte van het boetebedrag houdt de Commissie rekening met de volgende zaken:

·         de ernst en de ruimere gevolgen van de verkeerde voorstelling, en met name het effect van de verkeerde voorstelling op de werking van het versterkte economische bestuur van de Unie;

·         het feit dat is aangetoond dat de verkeerde voorstelling het gevolg is van ernstige nalatigheid of van opzet;

·         het feit dat de verkeerde voorstelling het werk is van één bepaalde eenheid. dan wel het gevolg is van een gezamenlijke actie van twee of meer eenheden;

·         herhaling, frequentie of duur van de verkeerde voorstelling door de betrokken lidstaat; in dergelijke gevallen wordt het referentiebedrag vastgesteld op het grootste waargenomen bedrag, vermenigvuldigd met het aantal jaren waarvoor gedurende de voor de laatste kennisgeving in aanmerking genomen vier jaar de feiten verkeerd zijn voorgesteld;

·         de mate van zorgvuldigheid en medewerking, of de mate van belemmering, waarvan de betrokken lidstaat bij het opsporen van de verkeerde voorstelling en bij het onderzoek blijk heeft gegeven.