Nieuwe regels vastgesteld ter bescherming van Europeanen door de Europese Ombudsman tegen wanbeheer

Contentverzamelaar

Nieuwe regels vastgesteld ter bescherming van Europeanen door de Europese Ombudsman tegen wanbeheer

Het Europees Parlement heeft een nieuwe verordening aangenomen die voorziet in een hernieuwd mandaat voor het ambt van de Europese Ombudsman. Door de nieuwe regels zal de ombudsman op eigen initiatief onderzoeken kunnen instellen en oplossingen kunnen voorstellen voor kwesties die in klachten worden gemeld, met name bij herhaalde, systematische of bijzonder ernstige gevallen van wanbeheer. Ook worden de voorwaarden voor toegang tot documenten en de samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten en de instellingen, organen en instanties van de Europese Unie verduidelijkt.

Achtergrond

De Europese Ombudsman beschermt de belangen van burgers en onderzoekt gevallen waarin een EU-instelling of -orgaan in strijd met de wet of goede bestuurspraktijken zou kunnen hebben gehandeld. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om administratieve onregelmatigheden, discriminatie, machtsmisbruik of nalatigheid.

Ingevolge artikel 228, lid 4 van het EU-werkingsverdrag heeft het Europees Parlement het exclusieve initiatiefrecht als het gaat om regelgeving ten aanzien van het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van de Europese Ombudsman, maar heeft het EP de goedkeuring van de Raad en een advies van de Europese Commissie nodig.
De vorige regels ten aanzien van de Europese Ombudsman waren, ondanks een ontwerpverordening van het Parlement in 2019, sinds het Verdrag van Lissabon (in 2009) wegens een politieke impasse ongewijzigd gebleven.
Op 10 mei 2021 leidde de informele dialoog met de Raad tot een voorlopige reeks regels, die op 25 mei door de Commissie constitutionele zaken van het EP is bevestigd (zie
persbericht EP), waarna het Parlement het geactualiseerde onderhandelingsmandaat op 10 juni heeft goedgekeurd. Op 18 juni 2021 gaf de Raad haar goedkeuring aan het herziene statuut voor de Europese Ombudsman (zie persbericht Raad).

De ontwerpverordening

De tekst van de Ontwerpverordening van het Europees Parlement inzake het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van de Europese Ombudsman (statuut van de Europese Ombudsman) is hier in te zien.

Naast onderzoek en oplossingen voor wanbeheer en voorwaarden voor toegang tot documenten en samenwerking met lidstaten en EU-instellingen stelt de ontwerpverordening ook een nieuwe “afkoelingsperiode” voor de uitoefening van het ambt van Europese Ombudsman (artikel 11; afgelopen twee jaar geen lid geweest van nationale regering, EP, Raad of Europese Commissie) van de ontwerpverordening) en er zijn bepalingen vastgesteld om slachtoffers van intimidatie en klokkenluiders te beschermen.

In de ontwerpverordening wordt eveneens een relatie gelegd met artikel 41 van het Europees Handvest van de grondrechten van de Europese Unie , waarin het recht op behoorlijk bestuur als een grondrecht van de burgers van de Unie wordt erkend. Artikel 43 van het Handvest erkent het recht om zich in verband met gevallen van wanbeheer in het optreden van de instellingen, organen en instanties of agentschappen van de Unie tot de Europese Ombudsman te wenden. Om te zorgen dat deze rechten doeltreffend zijn en de Europese Ombudsman in staat te stellen grondig en onpartijdig onderzoek te verrichten, waardoor zijn onafhankelijkheid wordt ondersteund, zorgt de ontwerpverordening dat de Europese Ombudsman kan beschikken over alle instrumenten die nodig zijn om de in de Verdragen en onderhavige verordening bedoelde taken van de Ombudsman met succes te kunnen uitvoeren.


Hoe hierna verder?

De verordening is eind juni door EP-voorzitter Sassoli ondertekend en treedt in werking op de twintigste dag van de maand na die van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU.

Meer informatie