Nieuwe wet ter uitvoering van EU-fraudebestrijding in werking getreden
Nieuwsbericht | 02-11-2012
Verordening 2185/96 geeft de Commissie de bevoegdheid om op het grondgebied van lidstaten controles uit te voeren bij bedrijven teneinde fraude met EU-gelden op te sporen en te bestrijden. In de praktijk wordt dit gedaan door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Lidstaten zijn, evenals bedrijven, verplicht om aan de procedures mee te werken.
De wet op de verlening van bijstand geeft duidelijkheid over de uitvoering van de verplichtingen die de Nederlandse staat heeft onder verordening 2185/96. In de wet is bijvoorbeeld vastgelegd welke minister verantwoordelijk is en welke bevoegdheden en plichten de aangewezen Europese en nationale functionarissen hebben.
Zie hier de tekst van de wet op de verlening van bijstand, de Europese verordening waar de wet op is gebaseerd hier en de OLAF-verordening hier.
De Commissie heeft inmiddels een voorstel ingediend tot wijziging van verordening 2185/96. Zie voor het voorstel van de Commissie het ECER-bericht en BNC-fiches. Zie ook de brief aan de Kamer over enkele aspecten van het nieuwe voorstel.